De vijand
De graaf van Hohenlohe
Datum en plaats van verzending
note van de nog zeer jonge Godefridus bedoeld zijn.
Voor zover bekend, trouwde Godefridus Corneüsz
pas op 29 januari 1613, in Zierikzee, met Magdalena
Stoutenburg.27 De in de brief vermelde echtgenote
moet dus Baselius' eigen vrouw zijn. Dat betekent
dat Baselius tegelijk met de brief aan Godefridus
nog een tweede brief verstuurd zal hebben naar Ber
gen op Zoom. Jacobus Baselius Jr. was twee keer
getrouwd. In 1583 huwde hij in Leiden Proontgen
Maertensdr. en in 1589 trouwde hij voor de tweede
keer met Elisabeth van Loo.28 Deze Elisabeth moet
dus de echtgenote zijn die in de brief wordt bedoeld.
Zij was ook één van de drie getuigen bij de doop van
de in de brief vermelde tweeling.
"De vijand doet niets", schrijft Baselius. Zo zag het
er misschien uit, vanuit Zaltbommel, maar dat was
in werkelijkheid niet het geval. Een dikke week eer
der, op 13 juni, had Mendoza het beleg van Zaltbom
mel opgebroken. Hij was met zijn troepen inderdaad
niet teruggekeerd, maar had zich naar het oosten te
ruggetrokken om vanuit Spaanse vestingen in Kleef,
net over de grens, de strijd voort te zetten.
Afb. 6. Francisco Hurtado de Mendoza in gevangenschap,
olieverfschilderij toegeschreven aan Daniël van den Queborn,
1601. Collectie Rijksmuseum.
Francisco Hurtado de Mendoza (1546-1623) was in
1598 vanuit de Zuidelijke Nederlanden de Republiek
binnengevallen met een leger van 25.000 man. Hij
ondernam een veldtocht door het oosten van het
land die twee jaar duurde, waarbij hij verschillende
steden en vestingen veroverde. De aanval op Zalt
bommel in 1599 maakte deel uit van die veldtocht.
Eén jaar later, in 1600, werd Mendoza door Maurits
gevangen genomen na de slag op het strand bij
Nieuwpoort. Hij werd in 1602 vrijgelaten en keerde
vervolgens naar Spanje terug.
Sinds 1575 was Philips graaf van Hohenlohe-Neu-
enstein (1550-1606) de belangrijkste commandant
en eerste plaatsvervanger van WilUem van Oranje.
Sinds 1580 was hij luitenant-generaal van Holland.
Hij heeft zich in de Opstand zeer verdienstelijk ge
maakt voor de Nederlandse zaak. Hohenlohe was
bijna twintig jaar verloofd met Maria van Nassau, de
oudste dochter van Willem van Oranje. In 1584 moest
de jonge, onervaren Maurits zijn vader opvolgen. De
met roem overladen Hohenlohe was een sta-in-de-
weg voor Maurits' ambities. Bovendien ontstond er
grote onenigheid over de verdeling van Oranjes erfe
nis, waar Hohenlohe als aanstaande zwager ook bij
betrokken was. De verstandhouding tussen Maurits
en Hohenlohe werd met het jaar slechter.29 Ondanks
het uitdrukkelijke verbod van Maurits vond in 1595
de bruiloft plaats van Philips en Maria. Sindsdien
nam Maurits elke gelegenheid te baat om Hohen
lohe te kleineren, te beledigen en zoveel mogelijk
buiten de deur te houden. Zo was de situatie in de
zomer van 1599. In mei was Hohenlohe in Duitsland
bezig troepen te werven voor de Staten-Generaal.30
Blijkens de brief van Baselius dacht men een maand
later dat hij daarmee naar Zaltbommel zou komen.
Maar dat gebeurde niet, Maurits gaf Hohenlohe de
opdracht om aan de andere kant van de grens te
blijven en de Spaanse vesting Rees bij Emmerik aan
te vallen.
De brief is verzonden uit Zaltbommel op 21 juni
1599, een dikke week na de opheffing van de be
legering door de Spanjaarden. In de brief reageert
Baselius op een gebeurtenis die al vóór 3 juni heeft
plaatsgevonden: de geboorte van de tweeling. Uit
één en ander mag worden afgeleid dat Baselius lan
gere tijd in Zaltbommel is geweest en dus de belege
ring heeft meegemaakt die al op 15 mei was begon
nen. Zijn verblijf aldaar was tot heden onbekend, het
25
De Waterschans 1 - 2018