den. De kanonnen die Bergsma vreesde, zaten
in de flanken van het bastion Hoogmogende.
Op haar tocht naar Tholen kwam Maria langs
de locatie "Boshooft", gebruikelijk gespeld als
"Botshooft".22 Dit was een redoute gelegen op
de westelijke oever van de voormalige rivier de
Eendracht. Hij was een onderdeel van de Linie
van de Eendracht. Botshoofd is nu een buurt
schap in de gemeente Tholen.
Maria's reisbeschrijving, eerste deel
"In dat stadje (Tholen) komende vond ik daar
soo groote consternatie als te Bergen over dat
onverwagte overgaan en elk was daar al be-
sig met packen en sakken om de vrouwen ook
maar in vijlighijt te brengen. Egter raakte ik
door de Voorsienighijt, want ik het anders niet
noemen kan, wetende niemand woonen, bij
de Borgemeester Vrijberge, daar mevrouw mij
met een kopje koffie op mijn marsch verquikte,
van daar raakte ik al weer casueel bij domeni
Selevins die gereet stond om sijn vrouw en sus-
ter na Middelburg te brengen, soodat wij een
wagen namen om over de veeren te gaan, het
weer dien eijgen dag ons loonde, soo waren wij
doornat van regen en doorwaijt als wij op 't land
van ter Goes quamen, daar wij weer een wagen
namen en savonds binnen ter Goes raakte, daar
wij snags sliepen, lieten onse kleeren bij de
backers op den oven droogen. Sanderendaags
het weer onstuijmiger wordende, konde mijn
rijsgenoten niet resolveren om verder te gaan
en mij alweer een wonderlijk occasie voorko
mende om over Straatskerke weg te konnen
raken soo verliet ik mijn geselschap en de deur
uijttrappende om na de wagen te gaan overviel
mij weer een plasregen dat eer ik bij de wage
was tot ondertoe weer nat was. Hier wil ik wel
bekennen dat mijn hart in een overwonnen
droefhijt weg sonk, komende mij alles teffens
in gedagten, dog god die mij voor nog al meer
ontmoetingen geschikt heeft, beurde mij gelijk
als meer op door het medelijdend vrindelijk
geselschap van twee burgerdogters die ik hier
weer aantrof. De regen hieuw weer op en wij
quamen te Straatskerke dat het uijterste dorp
vant eijland van ter Goes is. Daar ontmoete ik
bij de schipper de jonge Blaskes van Bergen
die daags te vooren ook ontvlugt was, die mij
kennende en de schipper hoorende wie ik was,
wierd ik daar weer met alle beleefthijt behan
delt en wanneer wij scheep gingen meende ik
in een gemeene poors te gaan, maar wanneer
ik agter int schip gebragt wierd sag ik mij in het
paviljoen van een jagt, daar ik alleen geplaatst
wierd. Hier had ik weer stof tot overdenking van
gods wonderlijke handeling en bestier met sijne
schepselen."
Afb. 10. Gorishoek, het lichtbaken en het veer, tekening door J.C. Schotel, 1823 Collectie Heemkundekring Stad en Lande van Tholen
De Waterschans 1 - 2018
38