koolbladkapitelen met daarboven rondbogen met een renaissancistische detaillering (afb. 7). Ook het daarboven staande gevelwerk van rode baksteen met zandstenen banden en met bogen bekroonde vensters heeft een renaissance- architectuur. Geornamenteerde gevelstenen die in het fries10 boven de bogen waren aan gebracht zijn later in de naastliggende gevel aangebracht. Eén daarvan vertoont nog een vage aftekening van een voorstelling. De bogen met het werk daar boven dateren duidelijk uit 163811, maar waar zijn de evident oudere zuilen vandaan gekomen? Wat we al wel wisten, was dat er in 1638 betaald werd voor: "met paert en wagen gehaalt pilaren tot opbouwinge van de nieuwe camer".12 Sinds enige tijd ben ik bezig de transportakten13 van alle huizen in de binnenstad te registreren.14 Daarbij kwam ik een interessante akte tegen van het voormalige Engelse Huijs in de Engelsestraat.15 Dat Engelse Huijs was in 1498 door Willem Coelgenensz. aan de stad verkocht en in 1502 aanzienlijk verbouwd en uitgebreid ten behoeve van de Engelse kooplieden (afb. 6). Het bleef eigendom van de stad. Het complex was aan zienlijk van omvang, een Markiezenhof in het klein. Het besloeg niet alleen de panden Engel sestraat 27 en 29, maar ook de nummers 25 en 31 en het grootste deel van het huidige complex De Engelse Hof aan de Geweldigerstraat. Aan de zijde van de Engelsestraat was er een mo numentale inrijpoort rechts van nummer 29. In omvang en uitwerking is het vergelijkbaar met het Hof van Busleyden in Mechelen (afb. 8). Het Engelse Huijs heeft bij en na het beleg van de stad in 1588 ernstige schade opgelopen. Die werd veroorzaakt door het vertrek van een aan zienlijk deel van de stedelingen en wellicht dus ook van de gebruikers van het Engelse Huijs en de inkwartiering van soldaten. Die laatsten braken houtwerk uit om zich te verwarmen en namen lood weg om kogels aan te maken. Hierdoor raakten de gebouwen ernstig in ver val, zelfs zodanig dat het complex in 1634 nog steeds ruïneus was.16 Omdat het Huijs nog ei gendom was van de stad werd in vervolg op een resolutie van de Brede Raad op 24 februari van dat jaar een deel van het terrein verkocht waar het Engelse Huijs op gestaan had.17 De kelders waren nog aanwezig, evenals delen van muren en heel veel bouwmaterialen. Eén van de kopers "armijns saey"8 aangekocht voor gordijnen en verder een vierkante tafel, haardijzers en een rood karmozijnen laken als tafelkleed. Aan de wand heeft een ingelijste kaart gehangen. La ter hing er ook een schilderij, voorstellende de opwekking van Lazarus, dat later in de Achter hal of Rode Kamer van het Stadhuis een plaats heeft gekregen.9 De zolder diende voor opslag, mogelijk van koren (afb. 5). De gevelopbouw heeft velen geïntrigeerd: aan de onderzijde staan laatgotische zuilen met Afb. 5. Interieur van de Korenzolder, foto Jan Weyts. Afb. 4. Console in de Heerenkamer, foto Jan Weyts. De Waterschans 3 - 2018 110

Periodieken

De Waterschans | 2018 | | pagina 10