was Daniel Noirot, een rijke burger die burge
meester was van Steenbergen en rentmeester
van de domeinen van de Prins van Oranje al
daar. Hij verwierf een perceel "gelijck deselven
alnu is affgepaelt". Hij moest binnen drie jaren
het erf "loffelijck betimmeren met een oft twee
huijsen" (afb. 6). Bleef hij in gebreke wat de
termijn betreft, dan zou hij 300 gulden verbeu
ren en alsnog het erf moeten betimmeren. In
de koop waren alle materialen begrepen die op
het erf lagen, met uitzondering van de "blauw-
steenen pilaren met haren appendentiën", die
de stad aan zich hield. Wel inbegrepen was een
stenen poort met ijzeren hekwerk, die evenwel
niet buiten de stad verkocht mocht worden.
Buitengewoon verrassend was natuurlijk dat de
stad de arduinen kolommen in eigendom hield!
Gebruikelijk was dat een pand met alle toebe
horen verkocht werd. Mogelijk waren er toen
al ideeën over een toepassing van de zuilen in
een stedelijk gebouw. Zoals voormeld, kwam in
1638 achter het Stadhuis de nieuwe Heerenka
mer gereed, waar in de arcade gotische zuilen
met kapitelen toegepast zijn. Tot voor kort was
niet duidelijk waar die zuilen vandaan gekomen
waren. Naast het Engelse Huijs waren daarvoor
Afb. 6. De voorgevels van het Engelse Huis, Engelsestraat 27 en 29, foto Jan Weyts.
Afb. 7. Een koolbladkapiteel met boogaanzetten, foto Jan Weyts.
Detail linksboven: een witte invulling waar een gevelsteen heeft
gestaan.
111
De Waterschans 3 - 2018