Schoeff in het Markiezenhof
Jan Peeters
voor Rochus en Yolande
In het gemeentemuseum vindt er wel eens een ontdekking plaats. Soms wordt er een schilderij te
ruggevonden dat jarenlang kwijt was omdat het op een verkeerde plaats was opgeborgen. Soms is
niet het object kwijt, maar de bijbehorende gegevens, bijvoorbeeld omdat ze bij de verwerving van
het object onvolledig, verkeerd of helemaal niet zijn geregistreerd. Naarmate er meer tijd over
heen gaat, is het steeds moelijker om die gegevens terug te vinden of om ze achteraf te reconstru
eren. Uiteindelijk wordt het een onmogelijke opgave. Maar wanneer het een enkele keer wel lukt,
blijkt het object in kwestie soms veel belangrijker te zijn dan altijd gedacht. Hier volgt het verhaal
van een dergelijke casus, tevens het persoonlijk verslag van een zoektocht naar de achtergronden
van een intrigerend schilderij.
Bij de directeur
In 2002 begon ik mijn werkzaamheden in het
Markiezenhof als conservator beheer. Mijn eer
ste taak was om zo snel mogelijk de collectie te
leren kennen. Deze bevond zich voornamelijk in
de depots, een kleine selectie stond in de vaste
opstelling en er hingen ook drie schilderijen op
de kamer van de directeur, Wim Reijnders.2
De kamer van de hoogste man in de organisa
tie mag wel enige representativiteit uitstralen,
dus het waren drie kwalitatief goede stukken.
Toen ik voor de eerste keer op die kamer kwam,
was ik van één schilderij direct helemaal weg.
Het was een klein landschapje, zo te zien uit de
zeventiende eeuw, op paneel geschilderd, heel
mooi van kleur, mooi van verhoudingen en in uit
stekende staat.3 Er was geen signatuur te zien,
geen datering en er hing geen tekstbordje bij.
Ik vertelde Wim dat ik het een heel fraai schil
derijtje vond en vroeg wie het geschilderd had.
Ook vroeg ik wat de relatie was met de geschie
denis van Bergen op Zoom. Het Markiezenhof
is immers het museum dat gewijd is aan de
geschiedenis van onze stad. De objecten in het
museum zijn daar, omdat ze aan die geschie
denis zijn gerelateerd. Wim Reijnders kon mij
echter niets vertellen. Ook hij was in 2002 nog
maar net aangetreden als directeur. Hij zei me
dat de kamer met alles er op en eraan zo was
achtergelaten door zijn voorganger, René Bas-
tiaanse. René had hem niets verteld over de
schilderijen en Wim had er niet naar gevraagd.
Toen ik later de hoofdconservator Johanna Ja
cobs naar het schilderij vroeg, wist ze me weinig
meer te vertellen dan dat het stuk afkomstig
was uit het legaat Weggeman. Sommige wel
denkende Bergenaren, zoals mevrouw Wegge-
man, hebben per testament schilderijen aan het
museum gelegateerd (nagelaten) die ze bij hun
leven verzameld hadden. Zo is het museum in
de loop van de jaren in het bezit gekomen van
schilderijen waarvan er sommige weliswaar
heel mooi zijn, maar die niets te maken hebben
met de geschiedenis van de stad. Johanna's
reactie betekende een antwoord op mijn vraag
naar het historisch belang van het landschapje:
dat was er niet.
Ook vertelde Johanna dat de maker van het
landschapje onbekend was, maar dat de naam
van Wouter Knijff ooit wel eens gevallen was.
Deze schilder vestigde zich in Bergen op Zoom
in 1679. Omdat het schilderij echter alle ken
merken had van een landschap van circa 1650
en er bovendien anders uitzag dan werk van
Knijff, leek het mij uitgesloten dat hij het schil
derij had vervaardigd. Daar liet ik het toen bij.
In het depot
Enkele jaren later liet Wim Reijnders het land
schap van zijn kamer weghalen en verruilde
het voor een ander stuk. Het schilderij ging
naar het depot. Wim vertelde me dat hij soms
weleens met de gedachte speelde of het niet
mogelijk zou zijn om het landschapje te verko
pen. Er was immers geen relatie met Bergen
op Zoom en met het geld dat het op zou bren
gen, zou er iets zinnigs gedaan kunnen worden
voor het museum. Ik zei tegen Wim dat het me
beter leek om het stuk niet te verkopen. De col
lectie van het Markiezenhof is weliswaar van
historisch belang voor onze stad, maar stelt in
artistiek opzicht weinig voor. Uitzonderingen
113
De Waterschans 3 - 2018