twee jaar weer van de hand deed. Hoewel er in de gegevens die Rochus heeft gevonden ook sprake is van leningen die Schoeff maar moei zaam kon aflossen, mogen we toch concluderen dat hij in de jaren 1650-1660 behoorde tot de welgestelde burgerij van Bergen op Zoom en dat hij als schilder een geslaagd ondernemer moet zijn geweest. Rochus vermeldt dat de oudste zoon van Johan nes Schoeff, Pieter, in 1663 een testament liet opmaken waarbij de Antwerpse schilders Pau wels Snellinks en Peter van den Velden als ge tuigen optraden. Eveneens vermeldt Rochus dat Maria Maillaerts, een tweede zus van Schoeff's echtgenote, trouwde met de Antwerpse schilder Michael van der Haeghen. Het moge duidelijk zijn dat er in het privéleven van Schoeff sprake was van een constante en zeer sterke Antwerp se connectie. Interessant zijn ook gegevens die Rochus heeft gevonden in een verklaring van Johanna Der- neau, Schoeff's moeder, uit 1 657. Na het over lijden van haar echtgenoot (in Den Haag?) is zij kennelijk bij haar zoon in Bergen op Zoom ingetrokken. Zij verklaart onder meer dat Jo hannes Schoeff ook in Werkendam actief is ge weest. Daar weten we nog niets van. Ook vertelt ze dat Johannes een reis naar Frankrijk heeft gemaakt. Dat is interessant. Het betekent dat we mogen aannemen dat de bergen in Schoeff's geschilderde landschappen niet geïnspireerd zijn op Duitse bergen, wat meestal het geval is in zeventiende-eeuwse Nederlandse schil derijen, maar op bergen in Frankrijk. Als er Nederlanders naar Frankrijk reisden in de ze ventiende eeuw, gingen ze meestal naar Lyon of Bordeaux. In die steden bevond zich van ouds her een grote Nederlandse kolonie. Het is Rochus van den Bergh niet gelukt om het moment en de plaats van Schoeff's overlijden te achterhalen. Rochus maakt melding van een uitbraak van de pest in Bergen op Zoom in 1666, het jaar waarin Schoeff voor het laatst in de archieven wordt genoemd. Rochus suggereert dat Schoeff misschien aan die ziekte ten prooi is gevallen of met zijn gezin de stad is uitgevlucht en elders is overleden. Zijn weduwe bleek in 1681 weer in Den Haag te wonen. Bij de markiezin Rochus van den Bergh had naar vermeldingen van Schoeff gezocht in de stedelijke archieven, maar niet in het ARR, het Archief van de Raad en Rekenkamer. Dit is het bestuursarchief van de voormalige markiezen. Enkele jaren na de publicatie van Rochus' artikel deed Yolande 119 De Waterschans 3 - 2018

Periodieken

De Waterschans | 2018 | | pagina 19