ment van de markies op de eerste verdieping en dat van de markiezin op de parterre, beide in de TuinvleugeL22 Dat is namelijk wat de architec tuur van het complex ons zelf vertelt. Met alle respect voor andere interpretaties hou ik het daarom bij de opvatting van Meischke. Omdat Maria Elisabeth en haar echtgenoot al heel lang van tafel en bed gescheiden leefden en ook omdat Eitel Friedrich in 1663 al twee jaar was overleden, neem ik aan dat de markie zin het belangrijkste appartement bewoonde: dat op de eerste verdieping. Canneman heeft daar bij zijn restauratie vier stijlkamers inge richt: van voor naar achter de Augustakamer, Henriëttekamer, Theodoorkamer en Drabbeka- mer. Bart van Eekelen vertelde me dat de eerste of tweede kamer in het appartement meestal de functie had van presentiekamer. De ruimte die in de post van het ARR "presentie/camer vanhaer Furst[liche] Gen[ade]" wordt genoemd moet dan de voorloper zijn geweest van de hui dige Augusta- of Henriëttekamer. In één van die twee ruimtes moet het schilderij van Schoeff boven de schouw hebben gehangen. Het schilderij was gemaakt "tot dienst van haer/Furst[liche] Gen[ade]", wat een opdracht impliceert van de markiezin. Waarom zou er in 1663 behoefte zijn geweest aan een stuk voor de schouw in de presentiekamer, waarom was er een schouwstuk nodig? Het heeft er alle schijn van dat dit afgeleid kan worden van Afb. 9. Schouw met schouwstuk Friedrich Wilhelm van Bran denburg, noordelijke wand in de Grote Zaal in kasteel Ameron- gen. Foto kasteel Amerongen. Afb. 10. Schouw met een landschap als schouwstuk. Schouw door medewerkers van Artus Quellinus Sr. circa 1660-1664, Paleis op de Dam (Stadhuis), foto Koninklijk Paleis Amsterdam. 121 De Waterschans 3 - 2018

Periodieken

De Waterschans | 2018 | | pagina 21