better times some individual might make a per
sonal one." Ten slotte wees hij in zijn brief op de
genealogische banden van Bergen County met
Nederland, gelet op veel voorkomende namen:
Van Buskink, Van Blarcom, Van Auken, Van Baa-
ren, Vanderbeek, Vanderburgh, Vander Plaat,
Van Horne, Vanderwater, Vanderwart, Van Du-
sen, Vandyck, Van Houten, Van Saun, Van Valen,
Van Kinkle, Van Wyck, Van Zandt, Ackerman,
Banta, Brinkerhoff, Christie, Haring, Romeyn,
Shermerhorn, Terhune, Vreeland, Vroom "and
hundreds of others of Dutch origin." Afsluitend
bedankte hij voor de vriendelijke uitnodiging om
op bezoek te komen, welke uitnodiging hij we
derkerig beantwoordde.
Ten slotte stippen wij aan dat op de agenda van
de ALV van 1936 als agendapunt werd genoemd:
"Overeenkomst met de Kunstkring Bosschaert"
De relevantie van een overeenkomst met een
kunstkring schuilt niet zozeer in mogelijke
onderwerpen van gelijke relevantie voor beide
genootschappen, maar illustreert hoezeer het
culturele leven destijds gecentreerd was. De
penningmeester van "het Markiezaat", Albert
van de Laarschot, was actief in deze in 1935
opgerichte kunstkring en Antonius Juten was
voorzitter van zowel die kunstkring als van "het
Markiezaat".61
Het einde van de Geschiedkundige Kring "het
Markiezaat"
Museum
Particulier initiatief van (bestuursleden van) de
Geschiedkundige Kring "het Markiezaat" had
in Bergen op Zoom een historisch museum tot
stand gebracht. Het museum werd aan het eind
van het jaar 1920 voor het publiek opengesteld.
De exploitatie en het beheer van het museum
konden feitelijk alleen voortgang vinden dankzij
de onbezoldigde inzet van (bestuursleden van)
"het Markiezaat", zij het dat er sedert 1932 een
gemeentelijk gedelegeerde werkzaam was voor
het inmiddels gemeentelijk museum. Met de
feitelijke overdracht (in 1951) van de museum
inventaris kwam er een einde aan een periode
van ruim 30 jaar waarin de Gemeente Bergen
op Zoom een museaLe aanpak van historisch
erfgoed overliet aan een particuliere vereniging.
Het proces van de overgang van een particuLier
naar een gemeenteLijk museum werd in januari
1951 gemarkeerd door de instelling van een ge
meentelijke museumcommissie. De huisvesting
van het museum bleek in de jaren nadien een
slepende kwestie. Achtereenvolgens werden de
Gevangenpoort en de hal van de toren van de
Gertrudiskerk betrokken en - meestal wegens
ruimtelijke en bouwkundige bezwaren - ook
weer verlaten, Het zou nog duren tot mei 1968
alvorens de inventaris van het museum kon
worden overgebracht van de Gertrudiskerk naar
het Markiezenhof. Aldaar zou het nieuwe ge
meentelijke museum op 1 november 1968 een
eerste tentoonstelling houden.62 Het gebouw
bleef overigens in restauratie tot 1986; het mu
seum opende zijn deuren voor het publiek pas
feitelijk vanaf circa 1975.
Verenigingsactiviteiten
De verenigingsactiviteiten van de Geschied
kundige Kring "het Markiezaat" bleven in de
periode vanaf de oprichting in 1918 tot de late
jaren dertig beperkt tot enkeLe pubLicaties, de
organisatie van een aantal excursies en enige
lezingen. Dat het bestuur van "het Markiezaat"
zo weinig activiteiten ontwikkelde, is naar onze
mening te wijten aan de tijd die het moest ste
ken in opbouw en instandhouding van de collec
tie en het openstellen van het museum. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog bleef het museum
gesloten en er vonden evenmin andere vereni
gingsactiviteiten van "het Markiezaat" plaats.
Het einde
Er is na de Tweede Wereldoorlog een poging
gedaan om de Geschiedkundige Kring "het
Markiezaat" te doen herleven. In 1950 vond
een vergadering van de Stichters van de Kring
plaats waarin werd besloten om de vereniging
nieuw leven in te blazen. Het plan was om - per
brief - de nog bij de vereniging bekende leden
te vragen om hun contributie weer te betalen of
eenmalig een bedrag te doneren.63 Die contri
butie was, sedert het tragisch lot van penning
meester A.C.J van de Laarschot (zie noot 24)
niet meer geïnd. In de conceptbrief wordt geen
beroep gedaan op de leden om hun achterstal
lige contributie te betalen. De jaarcontributie
zou voorts worden verhoogd naar 3. De hoop
van de Stichters was er op gevestigd dat de bij
te voegen intekenstrook veelvuldig zou worden
ingevuld, waarmee de leden blijk zouden geven
van "uwe belangstelling om de Geschiedkun-
De Waterschans 1 - 2019
24