dige Kring weer in gang te steLLen en mede te
werken om ook dit culturele werk voor onze
stad weer te hervatten."
In de hierboven vermelde conceptbrief, die
daags na de bijeenkomst van de Stichters werd
opgesteld, verklaarden de bestuursleden ook
dat het, wegens een te gering aantal beschik
bare vrijwilligers, niet mogelijk was om het
museum op regelmatige basis open te stellen.
Daarenboven verslond het museum alle, ge
ringe, inkomsten van de vereniging. Last but not
least wilde het gemeentebestuur het museum
anders organiseren en had daarom de subsidie
200 per jaar) beëindigd. Kortom, de slechte
financiële situatie verhinderde de hervatting van
activiteiten.
We vermelden tenslotte nog dat "het Mar-
kiezaat" zich inmiddeLs had aangesLoten bij
Brabants Heem. Per lid zou de vereniging 1 be
talen aan Brabants Heem waarvoor de leden het
tijdschrift van die vereniging zouden ontvangen.
Voordeel van het aansluiten bij deze organisa
tie, was ook dat de leden van "het Markiezaat"
konden deelnemen aan excursies van Brabants
Heem. Indien voldoende intekeningen zouden
worden vergaard zou er op korte termijn weer
een ALV worden georganiseerd.
Het bij het West-Brabants Archief berustende
archief van "het Markiezaat" strekt zich niet
verder uit dan tot deze brief. Wij hebben geen
informatie gevonden over het eventuele suc
ces van de conceptbrief, zo die al definitief is
vastgesteld en verzonden. Evenmin hebben
we andere aanwijzingen gevonden waaruit kan
worden afgeleid dat de vereniging haar activitei
ten weer heeft opgenomen.
Conclusie
Geconcludeerd mag worden dat "het Mar
kiezaat" zich danig heeft ingespannen om
zijn voornaamste doelstelling te bereiken:
het opzetten, beheren en exploiteren van een
museale inventaris. Donateurs, leden en bij
uitstek bestuursleden legden zo als onbezol
digde vrijwilligers de basis van het gemeente
museum in Bergen op Zoom en financierden
(bestuursleden vulden financiële tekorten vaak
aan uit eigen zak) de totstandkoming daarvan.
De gemeentelijke subsidie van 200 per jaar,
die pas verleend werd op het moment van de
verhuizing van het pand in de Nieuwstraat naar
de Gevangenpoort en van het op papier overdra
gen van de inventaris aan de gemeente, bleek
volgens verslagen en schooibrieven volslagen
onvoldoende. In de jaren dat het museum in de
Nieuwstraat was gevestigd moest "het Markie
zaat" zelfs huur betalen aan de gemeente (wel
iswaar slechts 1 per jaar, maar toch Daar
staat dan tegenover dat het gemeentebestuur
het pand in de Nieuwstraat - niet meer dan mi
nimaaL noodzakeLijk - geschikt maakte voor ge
bruik en dat Later ook deed, voor zover mogelijk,
met de Gevangenpoort. Terzijde wijzen we er op
dat ten tijde van de Laatstgenoemde verhuizing
het museum van "het Markiezaat" formeeL een
gemeentemuseum was geworden.
Wij hebben in het archief geen aanwijzingen
gevonden voor een formeLe opheffing van de
Geschiedkundige Kring "het Markiezaat". We
moeten er dan ook van uitgaan dat "het Mar
kiezaat" geLeideLijk is opgehouden te bestaan.
Voor zover een reconstructie van de situatie bij
het ter zieLe gaan van de vereniging thans nog
mogeLijk is, steLLen we vast dat toen J.A.L. Ju
ten aLs voorzitter en C.C.J. van de Watering aLs
secretaris van "het Markiezaat" functioneerden.
Na het verscheiden van A.C.J van de Laarschot
in 1943 was er geen nieuwe penningmeester
meer benoemd.
Met nog een enkeLe observatie besLuiten we
deze concLuderende paragraaf. ZoaLs hiervoor
aL gemeLd, werd in januari 1951 de Gemeente
lijke Commissie van bijstand voor het beheer en
exploitatie van het Gemeente Museum te Bergen
op Zoom ingesteLd.64 Ruim dertig jaar hadden de
(bestuurs)Leden van "het Markiezaat" zich inge
zet voor de oprichting van een museum en voor
de moeizame instandhouding daarvan, steeds
zonder veeL ondersteuning of aanmoediging van
de gemeente. Na insteLLing van de Gemeente
Lijke Commissie, nagenoeg direct nadat "het
Markiezaat" de inventaris van het museum fei -
teLijk had overgedragen aan de gemeente, bLeek
er van de zijde van deze instantie nu weL ruimte
voor ondersteuning van en bemoeienis met het
Gemeentemuseum te bestaan. Dat mag na aL die
jaren van grote inzet wrang zijn geweest voor de
bestuurders van "het Markiezaat", maar zo wer
den eindeLijk serieuze stappen gezet naar een
gemeenteLijk museaaL beLeid.
De Waterschans 1 - 2019
26