waar hij in contact kwam met beeldende kunst. Is het raadsel van de jeugd van Pieter Bruegel de Oude daarmee helemaal opgelost? Nee: de vondst van de oud-barbier van de markies van Bergen is wel een belangrijk nieuw puzzel stukje, dat goed past in het beeld van Bruegel als geboren stedeling en suggereert dat hij opgroeide in de omgeving van een belangrijk laat-middeleeuws hof. Het past minder goed in het beeld van Bruegel de boerenzoon. Hopelijk levert toekomstig archiefonderzoek naar het hof van de heren van Bergen meer gegevens op over de barbier en - wie weet? - ook diens uit zonderlijk begaafde zoon. Noten 1 Deze bijdrage is gebaseerd op: J. Zuijderduijn, "Retainers and retirement. Pieter Bruegel (+1566), pensioner in Sint-Janshuis retirement home, Bergen op Zoom", in: Lund Papers in Economic History 174 (2018), http://lup.lub.lu.se/record/989f7e8b-da5d-404c- ae12-fcaec7d81141. Voor bronvermeldingen wordt verwezen naar deze uitgebreid geannoteerde publicatie. Zie ook J. Zuijderduijn, "De opkomst en ondergang van een zestiende-eeuws pensioenplan", in: Demos 34 (2018) 8, pp. 1-4. Met dank aan Sjoerd Bijker en Bart van Eekelen voor hulp bij het onderzoek dat aan de basis van dit artikel ligt. De precieze spelling van namen in historische bronnen wisselt weleens. In de literatuur over de schilder Bruegel komen daarom verschillende schrijfwijzen voor, behalve "Bruegel" ook "Brueghel" en "Breugel". De eerste keer dat de barbier in de historische bronnen voorkomt, wordt hij aangeduid als "meester Pieter Bruegel". In 1565-1566 staat zijn naam geschreven als "Brueghel" (Westbrabants Archief, BOZ 0001, inv. nr. 1150, ff. 2, 7v-8). In deze bijdrage wordt "Bruegel" aangehouden, de schrijf wijze die in de internationale literatuur het meest voorkomt. 2 Het Hofje van Lijsbrecht Lambrecht dat in 1523 werd overgenomen door Jan III en verbouwd tot Sint Janshuis. W.A. van Ham, L.J. Weijs en J.L.C. Weyts, "De Lievevrouwepoort te Bergen op Zoom en zijn omgeving", in: Bulletin KNOB 73 (1974), pp. 19-33, aldaar p. 30. 3 West-Brabants Archief, BOZ 0001, Archieven van de raad en rekenkamer van Bergen op Zoom, inv. nr. 2433. 4 De graanmeester was de ontvanger van belastingen in natura. 5 West-Brabants Archief, BOZ 0001, Archieven van de raad en rekenkamer van Bergen op Zoom, inv. nr. 2433. 6 West-Brabants Archief, BOZ 0001, Archieven van de raad en rekenkamer van Bergen op Zoom, inv. nr. 2447. 7 dat hij midts eender provene nijet genegelijck kunne gevuechelijk en soude kunnen doercommen ende bij leven West-Brabants Archief, BOZ 0005, Archief van de stadssecretarie van Bergen op Zoom (stadsarchief voor 1810), inv. nr. 5188, Protocol van rentebrieven en recognities, 1554-1555, ff. 52v-53. Van Ham stelde dat barbiers en chirurgijns deel uitmaakten van het sociale middenveld van Bergen op Zoom. Alleen de stadsdokter, die meestal ook als lijfarts van de heer fungeerde, behoorde tot de stede lijke elite; bewijs dat Bruegel ook stadsdokter was, is er niet. W.A. van Ham, De gezondheidszorg te Bergen op Zoom in vervlogen tijden", in: Jaarboek De Ghulden Roos 30 (1970), pp. 25-64, aldaar p. 33-34, 39. 8 Een palfrenier was een dienaar te voet die de heer bijstond als hij te paard ging. 9 Een overzicht van de gepensioneerden in het Sint Janshuis wordt gegeven in: Zuijderduijn, "Retainers and retirement", p. 9. 10 De waarde van de erfenis van Bruegel en de apotheker wordt besproken in: Zuijderduijn, "Retainers and reti rement", p. 17. 11 N. Orenstein, "The elusive life of Pieter Bruegel the Elder", in: N. Orenstein (red.), Pieter Bruegel the Elder. Drawings and Prints, New York, New Haven en Londen 2001, pp. 3-12, aldaar p. 5. 12 Dit punt werd eerder gemaakt door de kunsthisto ricus Alexander Wied. A. Wied, "Pieter Bruegel I [the elder]", in: Oxford Art Online, https://doi.org/10.1093/ gao/9781884446054.article.T011669. 13 E. Michel en V. Charles, The Brueghels, New York 2015, p. 79; Wied, 'Pieter Bruegel I [the elder]'; M. Sellink, '"The very lively and whimsical Pieter Bruegel": thoughts on his iconography and context', in: N.M. Orenstein (ed.), Pieter Brueghel the Elder: drawings and prints pp. 57-66, p. 57. 14 Gebaseerd op de het tarief in Antwerpen. In 1551, toen Bruegel zich daar inschreef als meester bij het Sint- Lucasgilde, was het leergeld daar 2 gouden guldens per jaar. In de jaren daarvoor was het tarief hetzelfde. Ph. Rombouts en Th. van Lerius (red.), De liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche sint Lucasgilde, onder zinspreuk: 'uut ionsten versaemt. I. Liggere van 1453-1615. Volledige rekeningen van 1585 1586 en 1588-1589. Rekening van ontvangsten van 1616 1629, Antwerpen 1864, p. 177. 15 J. de Vries en A. van der Woude, The first modern economy. Success, failure, and perseverance of the Dutch economy, 1500-1815, Cambridge 1998, pp. 610-611. 16 West-Brabants Archief, BOZ 0005, Archief van de stadssecretarie van Bergen op Zoom (stadsarchief voor 1810), inv. nr. 5183, Protocol van rentebrieven en recognities, 1546-1547, f. 18v. 17 Bergen op Zoom had in 1541 al een Latijnse school, op de hoek van de Wouwsestraat en de Blauwehandstraat, waar leerlingen onder meer in aanraking kwamen met het werk van auteurs uit de klassieke oudheid. C.C.M. de Mooij, Geloof kan Bergen verzetten: reformatie en katholieke herleving te Bergen op Zoom, 1577-1795, Hilversum 1998, pp. 204-205. 77 De Waterschans 2 - 2019

Periodieken

De Waterschans | 2019 | | pagina 13