Bergen in Bruegel? Jan Peeters Lang geleden meende ik in een schilderij van Pieter Bruegel een opmerkelijk detail te zien. Ik dacht dat het toeval was en dat het wel niets te betekenen zou hebben, maar door het artikel van Jaco Zuijderduijn komt wat ik toen meende te zien in een ander licht te staan. Pieter Bruegel de Oude (circa 1527-1569) was een van de invloedrijkste kunstenaars in de Noord- en Zuid-Nederlandse schilderkunst. Hij heeft belangrijke bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van het landschap en het zeestuk (de marine) tot zelfstandige genres. Daarnaast was Bruegel de bedenker van nieuwe beeldtypen, voorstellingen die eerder niet bestonden. Dank zij Bruegels navolgers ontwikkelden deze zich tot nieuwe genres in de schilderkunst. Zo was Pieter Bruegel de eerste die een ijsgezicht met schaatsers schilderde, later een geliefd onder werp in de Nederlandse schilderkunst. Het beroemdst werd Bruegel met niet eerder ge ziene voorstellingen waarin de hoofdrol werd gespeeld door feestende, dansende, vrijende en vechtende boeren. Naar dat soort schilderijen werd hij ook wel Boeren-Bruegel genoemd. De Boerenkermis in Wenen In de lente van 1991 bezocht ik het Kunsthis- torisches Museum in Wenen en zag daar onder meer de Boerenbruiloft en de Boerendans, ook wel de Boerenkermis genoemd. Zij zijn elkaars pendanten en behoren tot Bruegels bekendste schilderijen met feestende boeren. Deze schil derijen worden gedateerd circa 1568, dus tegen het einde van Bruegels leven. In de Boerenkermis viel me een vaandel op dat uitgestoken was bij een herberg.1 In het vaandel was een wit wapenschild afgebeeld met drie rode Sint-Andreaskruisjes. Voor zover ik weet, is onze streek, West-Brabant, de enige in de Nederlanden en misschien wel de enige in heel Europa, waar wapens voorkomen met drie Sint- Andreaskruisjes in de kleurcombinatie rood en wit. "Zou er een connectie zijn met West Brabant?" vroeg ik me af. Als dat zo was, zou er zeker al eens over gepubliceerd zijn, maar daar had ik nooit iets van gehoord of over gelezen. Ik zette die gedachte dus maar van me af, de aan wezigheid van het wapen zou wel toeval zijn en niets te betekenen hebben. Het artikel dat Jaco Zuijderduijn op initiatief van Bart van Eekelen aan De Waterschans heeft aangeboden, gaf mij een kleine schok en deed me terugdenken aan wat me destijds in We nen was opgevallen. Zodoende heb ik er een boek met goede reproducties bij gepakt en het vaandel nog eens aandachtig bekeken. In het licht van het verhaal van Zuijderduijn lijkt een mogelijke connectie toch wel een interessante kwestie. De voorstelling van het schilderij De voorstelling is gesitueerd op een brede weg of een plein in een dorp. Links en rechts zien we huizen van leem en vlechtwerk, met rieten daken en een houten schutting. Bij één van de huizen links hangt er een driehoekig rood vaan del uit met schuttersemblemen. In het achter plan bevindt zich een dorpskerkje. Links op de voorgrond zitten enkele mannen en een vrouw om een houten tafel te eten en te drinken, daar achter staat een paartje te zoe nen. Vóór de tafel zit een man op een doedelzak te spelen, naast hem danst er een ouder met een jonger meisje. De voorstelling wordt be heerst door een groep mannen en vrouwen in het midden en rechts die een rondedans maken en daarbij kennelijk nogal stevige sprongen uit voeren. Achteraan in het midden is er nog een man te zien in een narrenpak. Pieter Bruegel de Oude kunnen we beschouwen als de uitvinder van het voorstellingstype Boeren kermis. Toen hij circa 1568 het schilderij vervaardigde dat nu in Wenen hangt, was het niet de eerste of de enige keer dat hij dit onderwerp uitbeeldde. Minstens tien jaar eerder moet hij al een schil derij hebben gemaakt van de Kermis van Hobo ken. Dit oudere schilderij is verloren gegaan, maar we kennen de voorstelling van een teke ning door Bruegel uit 1 559.2 Van die tekening is weer een prent gemaakt.3 De Waterschans 2 - 2019 78

Periodieken

De Waterschans | 2019 | | pagina 14