sancepaleizen in de Lage Landen en daarom
sleten ook een schilder, een goudsmid en een
tapijtwever hun oude dag in het Sint-Janshuis.9
Tenslotte was het markgraaflijke hof een kleine
samenleving op zich, waar ook behoefte was
aan medische zorg. Onder de gepensioneerden
in het Sint-Janshuis treffen we dan ook een
apotheker aan, die in 1560 overleed en wiens
inboedel aan het Sint-Janshuis toeviel. De ver
koop van diens professionele inventaris leverde
maar liefst 46 Karolusgulden op. De apotheca-
ris was - samen met de oud-barbier Bruegel -
één van de meest vermogende bewoners.10
Pieter Bruegel de barbier en Pieter Bruegel
de schilder
De oud-barbier Pieter Bruegel overleed in 1566
na een kort ziekbed. Zijn bezittingen werden
verkocht, zijn spaargeld door het gasthuis ge
confisqueerd en zijn kamer werd vergeven aan
een nieuwe bewoner. Normaal gesproken zou
hij hooguit een voetnoot in de geschiedenis van
Bergen op Zoom zijn, ware het niet dat hij die
bekende naam heeft. Van zijn naamgenoot, de
renaissanceschilder Pieter Bruegel de Oude,
weten we dat hij in 1569 overleed en waar
schijnlijk rond 1525-1530 was geboren. In 1550
en 1551 was hij werkzaam in Mechelen en in
1551 schreef hij zich in bij het schildersgilde
van Antwerpen. Wat hij daarvoor deed en waar
zijn wieg stond, is onduidelijk.11
Er zijn twee belangrijke bronnen over Bruegel's
jeugd, maar die spreken elkaar tegen. Karel van
Mander (1548-1606) beweert in zijn Schitder-
boeck uit 1604 - waarin hij onder meer het leven
van bekende schilders bespreekt - dat Bruegel
uit het gelijknamige dorp komt. Van Mander
koppelt deze afkomst aan Bruegels voorliefde
voor het afbeelden van het plattelandsleven,
die hem de bijnaam Boeren-Brueget zou ople
veren. Dat de achternaam Bruegel wellicht een
toponiem is dat verwijst naar een dorp, valt na
tuurlijk niet uit te sluiten, maar het is daarom
nog geen sluitend bewijs dat de schilder in
Bruegel of Breugel geboren is. Dat zou immers
evengoed opgegaan kunnen zijn voor zijn vader,
grootvader of overgrootvader. Daarnaast: in het
geval van een toponiem, zou de achternaam Van
Bruegel zijn en niet kortweg Bruegel.12 Of Van
Mander Bruegel ooit gesproken heeft, is onmo
gelijk te achterhalen, maar heel waarschijnlijk
is het niet: in Bruegels overlijdensjaar, 1569,
was Van Mander nog een jongeman die het
schildersambacht leerde in Kortrijk. De andere
auteur die Bruegels geboorteplaats vermeldt,
is de Italiaan Lodovico Guicciardini (1521-1589),
die van 1541 tot 1589 in Antwerpen woonde en
dus ruimschoots de mogelijkheid heeft gehad
om de schilder te ontmoeten. Guicciardini houdt
het er in zijn beschrijving van de Nederlanden
uit 1567 op dat Bruegel in Breda ter wereld
kwam. Geboren stedeling of boerenzoon? Het
is een vraag die kunsthistorici tot op de dag
van vandaag verdeelt, onder meer omdat Bru
egels afkomst wellicht de sleutel biedt tot de
interpretatie van zijn schilderijen. Dat zijn wieg
toch zeker in een dorp stond, werd recent nog
beweerd door Michel en Charles in hun boek
over de familie Bruegel. Daarentegen zag de
kunsthistoricus Alexander Wied de schilder juist
als een typische stedeling, die een gedegen
opleiding had genoten en bekend was met de
grote humanistische geleerden van zijn tijd. En
daarom, aldus Manfred Sellink, kwam Bruegel
Afb. 3. Het Sint-Janshuis (14j op de hoek van de Sint Geer-
truydenstraat of Bruinevisstraat. Detail van de plattegrond
van Bergen op Zoom in: Joan Btaeu, Toonneet der Steden,
Amsterdam 1649. Foto Bart van Eeketen.
73
De Waterschans 2 - 2019