SS'ers met agressieve herdershonden hierbij. Na
zo'n vijfhonderd meter werden de gevangenen
kletsnat een kelder ingedreven. Nadat ze een
klein beetje water hadden gedronken, werden ze
naar buiten gebracht waar ze al hun kleding in
tonnen moesten doen. Daarna werden ze weer
naar binnen gedreven waar ze al hun waarde
volle spullen als ringen, sieraden, geld en fami
liefoto's in een papieren zakje moesten doen.
In De laatste getuige lezen we verder in Alose-
rij's getuigeverslag: "In de volgende barak wer
den ze eerst kaal geschoren. Dat was bij hem
met zijn in Amersfoort gemillimeterde haar snel
gedaan, maar daarna werden ze op een soort
slagershakblok van al hun lichaamshaar ont
daan. De armen en benen wijd gespreid. Zo te
horen waren het Russische gevangenen die met
dit bloederige karwei waren belast. Hun ouder
wetse scheermessen waren stomp en versleten,
zodat het meer op kappen dan op scheren leek.
De nieuwkomers schreeuwden en kreunden van
de pijn. Wie aarzelde maakte opnieuw kennis
met de knuppels van de bewakers. SS'ers zorg
den ervoor dat het tempo erin bleef: "Schneller!
Schneller!" Wim bloedde over heel zijn lichaam.
Toen een andere gevangene hem insmeerde
met desinfecterende Lysol, kon hij het wel uit
schreeuwen. Hij beet op zijn lip en ontweek een
zwaai met een knuppel van een bewaker die het
allemaal weer te lang duurde. Snel door naar
de volgende ruimte."12
Daarna moesten ze gaan douchen, onder een
straal die dan weer bloedheet en dan weer ijs
koud was. Dan door naar de Bekleidungskam-
mer, waar men een oude handdoek kreeg om
zich af te drogen. Vervolgens kreeg men onder
goed en een gestreepte broek, een jasje en een
pet. Als laatste kreeg men houten kleppers en
lappen stof die als sokken moesten dienen.
De laatste getuige vervolgt: "Voordat hij door de
laatste deur weer naar buiten kon, moest hij
langs een tafel waar een paar gevangenen met
een pen in de aanslag zaten, achter hen SS'ers
die alles in de gaten hielden. Ze vroegen zijn
naam, geboortedatum en geboorteplaats en zijn
huidige adres. Er ging een steek door zijn hart
en hij werd overspoeld met herinneringen toen
hij het adres van zijn moeder noemde. Als be
roep gaf hij metaalbewerker op. Een nummer.
m
fe*-
Een gevangene gaf hem een metalen nummer
plaatje aan een koord. Een volgende gevangene
twee lapjes stof van tien bij drie centimeter met
daarop hetzelfde nummer en daarnaast een
zwarte hoofdletter H van Holland. Hij was niet
langer Wim Alosery, maar nummer 49019. Het
betekende dat bijna vijftigduizend gevangenen
hem voor waren geweest."13
Nadat Wim de lapjes met het nummer en de H
op zijn kleding had genaaid en van de lappen en
de houten blokken iets loopbaars had gefabri
ceerd, moesten de gevangenen zich weer in het
gelid opstellen. Zeker een half uur moesten ze
■Sr. mjï»
C 1
Hinbttn, dnt^' [94 f
\nr QfrWfffitrfMe Sfyrrf
l
Sfrytm Op tr i- f c1? cft
hi fö&Mi„nv—
b&m-vih'rj sS*Jt*t utr/14 tevfrUcnW
IX Villlwtptü wir Riborai ju Atr irff" 'i? -c 4~
(Mmmi #r Nr.- j
Viitrr.
MüHtf: VJ9&C jk&rrmf-
D f Vrrsiörhfftt - flidw Mnrtwiutet
Etfmtlrilfffi mf munJluh* - i li I fll 11 i Anieijfe J" r* W w &f-
S ff r iVjtjpfaóri
D €r* Aaraitradt
Vbnplfrtfn, unij
- ujilrr«(lirK
O* mm
intmk -nrJ
ft f. ury
-f- iHf
Pcr/aMffaflv Mfc
Der StfAndnbcimlc
Ta^lturuÜMHf? f** iKfÉ'f/ J ff/ff
U**blnftuny V'EntDibriHfi
Afb. 9. Formulier overlijdensregistratie van het Sonderambt
A. Collectie Archiv KZ-Gedenkstatte Neuengamme.
139
De Waterschans 3 - 2019