schijn. Zelfs haar zus Mien wist niet van het be
staan van dit schriftje.
Dankzij het uitvoerige verslag van Jo Venhuizen
kan zij als het ware toch zelf het verhaal vertel
len. Haar verslag is zeer gedetailleerd en geeft
een goed beeld van wat de gijzelaars hebben
doorstaan tijdens hun gevangenschap. Dit is
zo'n authentiek verhaal dat ik ervoor heb ge
kozen om de gehele tekst in mijn artikel op te
nemen en geen passages te schrappen of te
parafraseren.
Jo Venhuizen schrijft:
"4 oktober, net op Bernard zijn verjaardag belde
de gemeentesecretaris ons ongeveer om 11 uur
v.m. dat de Feldgendarmerie bij hem geweest
was om het adres van onze Wim. Vader zei "ik
zal gauw naar onze Wim gaan en zeggen dat
hij ergens anders naar toe moet gaan voor het
gevaar van verraad". In het kort even de reden
waarom die schurken hier kwamen. Het gara-
gepersoneel van de Difoga te Bergen op Zoom
was gestaakt 11/2 week geleden. Nu was Wim
net een dag van tevoren in de ziektewet ge
gaan om de eenvoudige reden dat hij niet meer
wou werken voor de Wehrmacht. Maar voor de
zekerheid was hij toch nog ondergedoken. Nu
kwamen die ploerten om die Bruder zoals ze
uitkraamden. "Ja" zei Moeder "die is in de ziek
tewet". "Waar is hij dan?" vroegen ze. "Ja, hij is
weg gegaan" en waar naartoe wisten we niet.
Ze geloofden er natuurlijk niks van en gingen
verschillende kamers afkijken maar niks ge
vonden natuurlijk, dat zou al te mooi zijn. Toen
kwamen ze weer in de keuken en vroegen wan
neer hij thuiskwam. Dat wisten we niet. Liegen
dat kwam zo nauw niet in dien tijd."
Afb. 8. De familie Venhuizen omstreeks 1942. Vooraan van links naar rechts: Jac (11), Wim (20), Marietje (9), vader Alphons (45),
Andrea (3), moeder Johanna (47) met Fonnie (5 maanden), Piet (6), Mien (19) en Bernard (8). Achter van links naar rechts: Jan
(14), André (18), Jo (16), Toon (15) en Bertha (12). Foto collectie mevrouw Wijers-Venhuizen.
De Waterschans 3 - 2019
148