bewondering voor Besling en Houtman gehad."
Maar was het de grote poort aan de Steenberg-
sestraat of de kleine poort bij de Achterplaats
waar het voedsel overheen werd gegooid, of
beide? De poort en de muur van de Achterplaats
zijn in ieder geval hiervoor laag genoeg en ze
worden ook in de andere getuigenissen genoemd.
Maar ook vanuit de kazernekeuken werd er
voedsel en drinken verstrekt aan de gijzelaars.
Jo Venhuizen vermeldde koffie, erwtensoep,
een soort macaronipap en spaghetti. Die laatste
twee gerechten lijken nogal ongewoon voor die
tijd, maar niet als we bedenken dat er tijdens de
Tweede Wereldoorlog Italiaanse soldaten waren
gehuisvest in het Markiezenhof. De koks waren
dus gewend om Italiaans te koken.
Eén van die koks was de grootvader van Annie
en Rina Hopmans, George van Halderen. Hij was
al vóór de oorlog in dienst als sergeant-kok bij
het 3e Regiment Infanterie in het Markiezenhof.
Toen de Duitsers de kazerne overnamen werd
hij verplicht om door te werken in de keuken.
Na de oorlog zou George van Halderen het
Verzetskruis ontvangen voor onder andere zijn
steun aan onderduikers. Volgens Annie en Rina
Hopmans was hun grootvader een goede kok
en had hij Italiaans leren koken vanwege de
Italiaanse soldaten in de kazerne. De keuken
bevond zich ondergronds, in de kelder die te
genwoordig door restaurant La Pucelle wordt
gebruikt voor feesten en partijen. Volgens de
gezusters Hopmans werd het hun grootvader
wel verboden om eten te geven aan de gijzelaars.
Ook de grootvader van mevrouw Bastiaanse,
Jan Belet, was als (burger)kok werkzaam in de
kazerne. Zij vertelt: "Hij was gevorderd en ging
elke dag naar het Markiezenhof om te koken.
Hij zat niet in het leger, maar was kok van be
roep. Hij wilde eigenlijk niet, maar had geen
keus. Opa wist niet eens dat zijn dochter Elisa
beth daar gegijzeld was. Hij heeft haar daar niet
gezien." Nadat de Duitsers waren vertrokken
kookte Jan Belet voor de Canadezen.
Uit het verslag van Jo Venhuizen wordt duidelijk
dat het verzet al rekening hield met de mogelijk
heid dat de gijzelaars overgeplaatst zouden kun
nen worden of wellicht nog erger, geëxecuteerd
zouden worden. Op vrijdagmiddag 6 oktober
kwam er iemand, waarschijnlijk van het verzet,
om de gijzelaars te vertellen dat er een vlucht
route was geregeld: via de muur achter de
kazerne kon men in de tuin komen van goede
mensen. Wellicht was dat de muur van de huidi
ge Beeldentuin die aan de tuinen van de huizen
aan de westzijde van het Sint-Catharinaplein
grenst. Tijdens de gijzeling hield het verzet het
Markiezenhof continu in de gaten.
Afb. 16. De lage muur tussen de Hofstraat en de Achterplaats
van het Markiezenhof. Omdat de Achterplaats dieper ligt, is
de muur aan de kant van de Hofstraat een stuk lager. De jon
gens op de foto tonen aan dat het ook mogelijk was om een
stuk op de muur te klauteren. Foto Monumentenzorg, 1 mei
1959, collectie WBA.
>-Afb. 17. Plattegrond van de begane grond van het Markie
zenhof opgemaakt ten behoeve van de overdracht van het
complex door Defensie aan de gemeente in mei 1959.
Geel gemarkeerd zijn de lokalen onder de Grote Galerij waar
de gijzelaars hoogstwaarschijnlijk zijn vastgehouden. Tussen
de twee grote en de twee kleine lokalen bevond zich een gan
getje. Linksboven: de lage muur tussen de Hofstraat en de
Achterplaats, met aan het uiteinde de lage poort naast ge
bouw D (huidige Koetshuis). WBA, Verzamelde documentatie
C.A.H. Booij 1960-2001, inv.no. 6.
De Waterschans 3 - 2019
156