naten.18 De soldaten volgden de tanks van het A Squadron South Alberta Regiment en de Flails van de XXII Dragoons om het bos uit te kammen ten zuiden van de tankgracht. No. 2 Troop A Squadron XXII Dragoons stond voor een enorme uitdaging om met de topzware Flails de zandpaden van het bos nabij Plantage Centrum op te rijden. Desondanks lukte het om vanaf 14.00 uur twee paden vrij te maken vanaf de Moerkantsebaan dwars door het bos naar de tankgracht vlak bij de Nieuwe Dreef, nabij Plantage Centrum. Het doel van de paden was om de verbinding tussen de Balsedreef en Huijbergen te vergemakkelijken. Beide paden liepen vanaf de Moerkantsebaan in een V-vorm naar het noorden. Twee Flails reden met draaiende kettingen door het bos tot de tankgracht voor de Zoomvlietweg en de Zurenhoek en vonden geen mijnen. Het tweede pad begon een paar honderd meter naar rechts vanaf de Moerkantsebaan en ging in noordoostelijke richting naar de Nieuwe Dreef nabij Plantage Centrum. Ook hier veegden twee Flails de zanderige bosbodem schoon. Hier werden vier mijnen tot ontploffing gebracht, zonder dat de tanks problemen ondervonden.19 Pas na afloop van de klus, die in totaal een uur in beslag nam, reden beide Flails die het laatste pad hadden gebaand zich vast in de modder. Ook tanks van het 29th Canadian Armoured Reconnaissance Regiment (South Alberta Regiment) die de Flails volgden, liepen in het modderige gebied vast. De bergingstank werd opgeroepen om de vastzittende tanks te bevrijden. De vier Flails van het No. 4 Troop A Squadron XXII Dragoons kregen pas om 15.00 uur een opdracht. Volgens het oorlogsdagboek van de XII Dragoons werd het zandpad schoonge veegd om een of meerdere uitgeschakelde tanks te kunnen ophalen voor reparatie.20 Het zal hier zeer waarschijnlijk gaan om de op 25 oktober uitgeschakelde tanks van het peloton van luitenant Kreewin van het C Squadron 29th Canadian Armoured Reconnaissance Regiment (South Alberta Regiment) voorbij de kruising met de Huijbergsebaan en de Oude Bergsebaan. Overigens had het hele eskadron van het South Alberta Regiment, dat een dag eerder deze route had gekozen om via de Huijbergsebaan in de richting van Bergen op Zoom te rijden, extreem veel geluk gehad. De Flails brachten vijf projec tielen tot ontploffing. Vanwege de enorm zware expLosies dachten de mijnspeciaListen dat het ingegraven granaten waren geweest en geen conventionele mijnen. Tevens werden er vier kleinere antipersoneelsmijnen tot ontploffing gebracht tijdens de werkzaamheden. Naast de Oude Bergsebaan werd er een pad gebaand over de heide om een verbinding te maken met de Moerkantsebaan. Er werden geen mijnen gevonden in dat gebied.21 Nadat deze klus was geklaard, vertrokken de Crabs naar het oosten om andere troepen bij te staan. De Argylls and Sutherland Highlanders of Canada ploeterden vanaf dat moment zonder hulp van de Flails door het bos voort. Na een zeer oncomfor tabele nacht konden ze pas de volgende dag de Borgvlietse duinen bereiken en bleek de vijand gevlogen te zijn. De Funnies vertrekken Op zondag 29 oktober was de laatste Funny vertrokken uit Bergen op Zoom. Het vervolg van de opmars van de 4th Canadian Armoured Division naar Steenbergen had een lage prioriteit toebe deeld gekregen en de Canadezen moesten hun opdrachten zonder verdere assistentie klaar spelen. Alle aandacht van de generaals was Afb. 17. De Molenbeek gezien naar het westen vanaf het huidige kruispunt Markiezaatsweg-Antwerpsestraatweg. De beek was door de Duitsers uitgediept tot een tankobstakel. Op de voorgrond de betonnen restanten van de versperring die de weg naar Nieuw-Borgvliet afsloot (nummer 4 op af beelding 9In de nacht van 27 op 28 oktober 1944 waren de grote betonnen blokken door Canadese genisten opgeblazen. Foto collectie Johan van Doorn, Sommelsdijk. De Waterschans 3 - 2019 176

Periodieken

De Waterschans | 2019 | | pagina 64