daarna de stok op. En dan moest je maar weer
Lachen want dat was dienst. Maar je Leerde wel
trommelen bij hem. ALLeen zat ik met de moei
lijkheid dat ik hun systeem niet goed heb kun
nen leren omdat ik er te laat bij kwam. Ik sloeg
een oud systeem maar heb me steeds goed
aangepast. Je kon het verschil niet horen, maar
wel zien omdat ik de slagen anders maak en die
zijn moeilijk uit te leggen. Ik heb dat geleerd bij
Piet van Eekelen, grote tromslager bij de fan
fare (de gemeentebode), vader van Kees. In die
tijd blies ik bij de fanfare piston, maar dat ging
me toch niet best af. Reden misschien wel dat
ik een oud loodzwaar instrument had. Ik blies
de Longen uit mijn Lijf om er iets uit te krijgen en
ben daarom later weer gaan trommelen.
Even een tussendoortje. Op acht jarige teeftijd
kreeg ik van Piet van Eeketen reeds eerder ge
noemd) een oude trommel met echt vet erop. Ik
ben toen at begonnen maar kende geen enkete
mars. Maar een jaar tater ging het voor mijn
begrip at beter. Ik deed de trom om en stapte
thuis weg richting bejaardenhuis, de straat uit en
tinksaf tangs de Meutder, richting gemeentehuis
en atmaar trommetend.5 Ik kom bij het gemeen
tehuis, in het zicht van de Dorpsstraat, en tot
mijn grote verbazing stonden de mensen buiten
op straat. Die dachten dat er een troep sotdaten
aankwam. Schijnbaar hebben ze het verschit van
de marsen niet herkend, want die van mij teken
nergens op. Dit heb ik diverse keren herhaatd en
vaak met succes.
Bij de militairen hadden ze ook een muziek
korps van vrijwilligers. Daar heb ik ook nog
geblazen (2e piston). Ik kreeg dan vrij bij de
tamboers. Op zaterdag was de dienst om 12
uur afgelopen, maar je moest dan nog wel ge
zamenlijk warm eten, meest boerenkool met
worst. De jongens die met de trein naar huis
moesten maakten meestal haast, maar wij uit
Afb. 5. Rijtoer ter getegenheid van het huwetijk van Prinses Jutiana en Prins Bernard Bron: herdenkingsboek
De Waterschans 4 - 2019
196