een bestond. Aan de marktzijde werd er een go tische galerij uitgebouwd. De toe bestaande situ atie is goed bekend van een miniatuur, gemaakt door Hans Bol in 1583 (afb. 1). Kort daarna is de belfortfunctie verplaatst naar de stadstoren bij de Sint-Gertrudiskerk. Bijzon der is dat waarschijnlijk het Lievevrouwebeeld, dat nu aan de gevel van Grote Markt prijkt af komstig kan zijn van de Lakenhalle. De stads rekening van 1478/1479 vermeldt een betaling, gedaan aan Jan den beeldenverwer 'van Onser Liever Vrouwenbeetde aende Halte te stofferene metten huijsken'1. Vóór het midden van de zes tiende eeuw heette dat huis nog 'het Cauwken', daarna 'de Lieve Vrouwe'2. De oudste vermeldingen van staangeld in de Lakenhal betreffen onder andere kooplieden uit Antwerpen, Breda, Biggekerke, Oostende, Leuven, Turnhout, Brussel en Diest. Na 1514/15 huurden de drapeniers uit Nieuwkerke de Hal met enige onderbreking nog tot 1546. Toen was er door de economische teruggang geen be langstelling meer. De Hal verloor zijn handels functie. Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog werd het gebouw zelfs als paardenstal ingericht. Aan de oostzijde stonden er tegen de hal aan gebouwde winkeltjes, die door het kapittel van de Sint-Gertrudiskerk geëxploiteerd werden. De doorgang van de Hoogstraat moet toen wel erg nauw geweest zijn. Om die reden is in 1480 het meest noordelijke winkeltje afgebroken om de ingang naar de Hoogstraat te kunnen verbre den. Het toen overblijvende meest noordelijke winkelpand was tot 1522 eigendom van de stad. Afb. 1. De Grote Markt in 1587, gouache door Hans Bot, collectie Gemeentemuseum het Markiezenhof 187 De Waterschans 4 - 2019

Periodieken

De Waterschans | 2019 | | pagina 7