Ach, wat een bijzondere man toch,
potverdorie...
Bernard Asselbergs
Momenteel zijn er twee tentoonstellingen van het fotografische werk van Eddy Posthuma de Boer
(Amsterdam, 1931) te zien. In Den Haag in het Fotomuseum een overzicht met de titel 'De eerste
foto van God' en bij Galerie Torch in Amsterdam een keuze van de fotograaf van nooit eerder gepu
bliceerde foto's gecombineerd met recente foto's van landschappen: 'Eddy's World'.
Tijdens de opening in Amsterdam spreekt Ber
nard Asselbergs de fotograaf.
Deze herinnert zich Bernards vader, Anton van
Duinkerken, heel goed: de man die hij in 1962
als uitbundig redenaar tijdens de carnavaleske
Boerenmaaltijd te Bergen op Zoom op de plaat
zette en die hij in 1964 nogmaals fotografeerde
als rector magnificus van de Katholieke Univer
siteit van Nijmegen.
EPdB: Twee keer dezelfde man: de uitbundige
en de intellectueel. Ja, dat is zo grappig. Een
open mens, die paste in zijn tijd. (afbeelding 1)
Heel de stad leeft vier dagen lang uitbundig, om
dat alle mensen in de stad gedurende deze dagen
in gemeenschappelijk plezier even schokkend als
in tijden van gemeenzame rampspoed ervaren,
dat zij samen leven.
BA: Eddy, een aantal malen fotografeerde je
mijn vader. Anton van Duinkerken als leutige
improvisator en als ernstige wetenschapper.
Daarmee werden twee kanten van zijn wezen
belicht.
In: Anton van Duinkerken. Verzamelde geschrif
ten. Deel 1. De zin van Carnaval, p. 64. Uitgeverij
Het Spectrum N.V., Utrecht Antwerpen 1962.
BA: Een uitsnede van de foto staat in je fotoboek
'Carnaval'. Hoe kwam je zo bij carnaval terecht?
EPdB: Vriend Opland, politiek tekenaar bij de
Volkskrant, nam me mee naar hoofdredacteur
Lücker en die zei: 'ik kan op dit moment wel
iemand hebben'. Vervolgens vroeg hij: 'ben je
katholiek?' Nee, zei ik.
'Ik stuur je naar allemaal katholieke gebeurte
nissenen; ik weet dat je niet op je knieën valt; je
fotografeert maar door...'
Zo kreeg ik de opdracht om het carnaval be
neden de rivieren fotografisch vast te leggen.
Die fotoserie uit eind jaren '50 en '60 had suc
ces. Uitgever Bruna gaf het in 1968 graag uit
als 1111ste Zwarte Beertje in combinatie met
indrukken over carnaval van 11 schrijvers. Ik
kreeg er meteen de Zandvoortse 'Prix de Joke'
voor, als beste 1 aprilgrap van het jaar. De prijs
bestond uit een miniatuur Paaseilandbeeld,
naar de zogenaamd in Zandvoort aangespoelde
afgod uit de Pacific. Dat bronzen ding paste bij
de onderscheidingen, die ik zowel in Limburg
als in Brabant tijdens Carnaval omgehangen
kreeg; in Bergen op Zoom was dat een veldteken.
Afb. 1. Anton van Duinkerken: redenaar tijdens het Bergse
Carnaval in 1962. Van links naar rechts: Grietje Becht, Anton
van Duinkerken en Pierre Nijssen
De Waterschans 1 - 2020
10