%|tt^ BA: De tweede foto werd gepubliceerd in: 222 literaire portretten van schrijvers. (afbeelding 2) De rhetorische vraagvorm, de teruggenomen toe- gevingsvorm, de juichende uitroepingsvorm, de tekenachtige vergelijkenisvorm, de opdrijvende herhalingsvorm, de bovenpersoonlijke aanspre- kingsvorm, de verrassende aanwijzingsvorm en de puntige sluitingsvorm zijn geen museumstukken uit de voorraadkamer van een verouderde proso die. Het zijn natuurlijke volkomenheidsvormen van onze levensvreugde. Werden ze niet gedurig be proefd, dan zouden ze waardeloos zijn. Doch in de vormen van zijn taal beproeft iedere dichter, an tiek, klassiek, ouderwets of modern, gedurig zijn liefde, die in hem even menselijk, even hulpeloos en even eeuwig is als in ieder van ons. In: Tweemaal Dante Rede uitgesproken bij de viering van de een en veertigste Dies Natalis van de Katholieke Universiteit te Nijmegen op zaterdag 17 oktober 1964 door de rector mag nificus prof. dr. W.J.M.A. Asselbergs., p. 19. Dekker Van de Vegt N.V., Utrecht Nijmegen 1964, 24 pp. BA: Hoe kwam het fotoboek '222 literaire por tretten van schrijvers' tot stand? EPdB: Met mijn dochter Tessa maakte ik dit foto boek. Cees Nooteboom schreef er een voorwoord bij. Bas Lubberhuizen gaf het in 2005 uit tegelijk met de tentoonstelling in het Literatuurmuseum te Den Haag. Caroline Mulder en Wieneke 't Hoen zochten bij ieder schrijversportret een uitspraak van de geportretteerde. Bij Van Duinkerken kwam te staan: 'Iedere dichterstaal is op een gegeven ogenblik modern, daarna oudmodisch vervol gens pas klassiek'. BA: Deze foto is genomen op een uitgelezen moment. Hoe bepaal je zo'n moment? EPdB: Steeds gaat je concentratie naar de com positie van de te nemen foto; je zoekt naar het juiste moment. Je bepaalt je positie en pakt de ernstige blik van de spreker die zojuist de ope ningsrede heeft uitgesproken en je ziet het ap plaus van de collega's in de corona. Als de foto geslaagd is, voel je de sfeer die vastgelegd is optimaal terug. Ons gesprek eindigt met het ophalen van ge meenschappelijke herinneringen. Beiden gebo ren in Amsterdam-Zuid zijn we vertrouwd met het leven in de buurt waar we opgroeiden. EPdB: B ernard, met hoeveel waren jullie thuis? BA: Met zijn tienen: acht kinderen en mijn vader en moeder meegerekend. Met zijn vooropleiding als priester is mijn vader als gezinshoofd altijd een beetje pastoor geble ven. Hij zat graag aan het hoofd van de tafel en nam dan het woord, waar wij met zijn allen niet altijd naar luisterden, maar dat hij evengoed doorzette. Het was dus vaak een kakofonie. Als 'onderwijzer' was hij geen toonbeeld. Hij hield niet van overhoren. Opgedane ervaringen en verworven kennis moesten voor iedereen be schikbaar zijn. Iedereen wist weer iets anders en samen vulde dat elkaar aan. EPdB: Ach, ja ach.. Tentoonstellingen: De eerste foto van God, Fotomuseum Den Haag, 18 januari - 26 april 2020. De wereld van Eddy, Galerie Torch Amsterdam, 25 januari - 7 maart 2020. Afb. 2. Anton van Duinkerken: Nijmeegse rector magnificus in 1964 Handtekening Eddy Posthuma de Boer 11 De Waterschans 1 - 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 11