het feest doorgang te laten vinden. Uiteindelijk bleek een aanzienlijke groep Bergenaren bereid te zijn hun naam aan de stichting te verbinden en vond de oprichting van de Stichting Vastena- vend doorgang.20 Het feit dat de argumentatie in de Verdediging als 'ruggesteun' gebruikt werd bij het verkrijgen van de steun van de burgerij toont dat het werk ook in 1946 nog een belang rijk manifest in een maatschappelijke discussie was. Ook in latere jaren werd de Verdediging van Van Duinkerken meermaals aangehaald door de Stichting Vastenavend. Verschillende citaten uit het werkje vonden hun weg naar de Vas- tenavendkrant en diens voorganger het Vas- tenavendbiatje. Zo werd in 1948 onder de titel 'Carnaval als openbaring van het levensdoel' een stuk opgenomen uit het derde deel van de Verdediging. Het geciteerde deel gaat in op het 'zeer verspreid begrip, dat Carnaval den mens verlagen zou'. Van Duinkerken meende juist dat ieder feest de mens veredelt. Verder schrijft hij van mensen die strijden 'tegen Carnaval, [maar] verontwaardigd zijn, zodra het koninginnefeest wordt aangetast', terwijl carnaval 'de feestelijke openbaring van het levensgevoel [is], waarop het nationaal besef rust.'21 Het lijkt erop dat er bewust gekozen is dit citaat uit de Verdedi ging op te nemen, aangezien Van Duinkerkens beschrijving van het veredelende karakter van ieder feest in gelijke lijnen ligt met het pleiten van de Stichting Vastenavend voor een waardige viering van het vastenavondfeest.22 Een tweede citaat volgt het jaar erop. Het gaat om een stuk onder de titel 'De dag der maskers' met het eerdergenoemde gedicht Vastenavond: De vreemdste der dagen, die 't schijn-vroiik jaar voor zich uitjaagt, de dag van vandaag was vroeger een vreugd voor ons beiden, mijn vriend, is mij thans een lokkende plaag; ik droom en jij bidt; dit verbittert mijn droom, doch verhoogt jouw gebed in gehalte en in duur want dit is de dag van de maskers voor mij en voor jou van de Veertig-Uur. Tweevuidig verdeeld als het kleed van de dwaas, die schatert, maar schreit in zijn hart, ten halve behangen van schetterig geel en ten halve als een lijkwade zwart, kristen en heidens tezaam, een gedurig gebed, een gedurige grappige kuur, Zo is deze dag, - van de maskers voor mij en voor jou van de Veertig-Uur. Een dag van de maskers is iedere dag, maar vandaag zijn zij elk openbaar ten gemeenzaam genot; werd een kleurige wolk niet de mom voor te zuiver azuur?) geen aanschijn bleef naakt, dan het aanschijn van God ter aanbidding gesteld op 't altaar, want dit is de dag van de maskers voor mij en voor jou van de Veertig-Uur. Mijn vriend, deze sombere jubel voor mij bleef jou steeds een simpele vreugd: geen droeve genade wijst jou achter 't masker 't gelaat van geschondene jeugd; in mij vangen dovende sintels weer gloed, maar helder en hoog laait de vlam van jouw vuur, Want dit is de dag van de maskers voor mij en voor jou van de Veertig-Uur.23 Voorts werd de Verdediging in latere jaren regel matig aangehaald in de Vastenavendkrant waar in werd teruggeblikt op de oprichting en be ginjaren van Stichting Vastenavend. Zo schreef Wim Besling (secretaris van de stichting) in de uitgave van 1968 over de oprichting in 1946. Bij zijn herinneringen schreef hij dat Van Duinker ken op de achtergrond meehielp met het op stellen van richtlijnen. Vervolgens sloot hij zijn artikel ook weer af met een verwijzing naar de Verdediging: 'Toen'k terug docht aan end 1945 en begin 1946 en me al die beginmoeiiijkhede voor de geest 'aaide, schote me plotseling de woorden te binne die eens deur Anton van Duinkerken in z'n wijsgerig boekske "De verdediging van Carnaval", dat in 1928 gepubli ceerd werd, zijn geschreven: "Dit feest is meer dan een maatschappelijk of nationaal gebeuren, het raakt niet slechts een mensengroep, maar het betreft de mensheid zeif in haar geheei. Het is een feest, dat nimmer kan vergaan dan met de mens."'24 Tot slot zou er in de editie van 1969 uitgebreid stil worden gestaan bij Van Duinkerken, naar aanleiding van zijn overlijden. Een van de on derdelen van deze herdenking was een halve pagina met verschillende citaten uit de Verdedi ging, onder de titel 'De krabbengeneraal Anton van Duinkerken verdedigt'.25 15 De Waterschans 1 - 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 15