Noten
1 Dit artikel is ontstaan uit onderzoek van Stichting Anton
van Duinkerken Nu. Met dank aan Bernard Asselbergs,
Michiel Besters, Nol Leys en Sjef de Wit voor hun uitge
breide en enthousiaste hulp. Alle geciteerde brieven
komen uit de Anton van Duinkerkencollectie (bruikleen
Asselbergs) in het Literatuurmuseum in Den Haag, tenzij
anders vermeld. De geraadpleegde Vastenavendkranten
komen uit het archief van Stichting Vastenavend.
2 Anton van Duinkerken, Brabantse herinneringen (Utrecht/
Antwerpen 1964), 291.
3 Michel van der Plas, Daarom mijnheer, noem ik mij
katholiek. Biografie van Anton van Duinkerken [1903-19681
(Amsterdam 2000), 93-94.
4 Van Duinkerken, Brabantse herinneringen, 290.
5 Van Duinkerken, Brabantse herinneringen, 291-293.
6 Van Duinkerken, Brabantse herinneringen, 294.
7 Van Duinkerken, Brabantse herinneringen, 293.
8 Het citaat betreft een opdracht in een exemplaar van
de Verdediging. Zie: Bernard Asselbergs, Rond Van
Duinkerkens Verdediging van Carnaval', De Waterschans
40 (2010), nr. 4, 138.
9 Het gedicht 'Vastenavond' is een vrije vertaling van een
gedicht van de Franse schrijver Jules Barbey d'Aurevilly
(1808-1889) en verscheen in Roeping 5 (1927), nr. 12, 487.
'Het leven van Francois Villon' verscheen in Boekzaal der
geheele wereld 3 (1927), 1 mei 1927, 137-138.
10 Van Duinkerken, Verdediging van carnaval (Utrecht 1928), 9.
11 Van Duinkerken, Verdediging, 13-14.
12 Van Duinkerken, Verdediging, 86.
13 Paul Hardy, 'bespreking Verdediging van carnaval',
Boekengids 9 (1931), nr. 6, 238.
14 H.H. Knippenberg, 'Verdediging van carnaval. Voor Anton
van Duinkerken', De Maasbode (avondblad), 2 mei 1928, 1;
'Een pleidooi voor carnaval', Het Centrum, 1 mei 1928, 2.
15 M.P.A.M. Verpalen, De betoverde stad. Carnaval en feestar-
chitectuur in Bergen op Zoom (Tilburg 1992), 35.
16 'Verdediging van carnaval', De Zoom. Dagblad van het
Zuiden, 23 april 1928, 1.
17 Adriaan Juten 'Onze jonge katholieken in hun proza
en poëzie IV', De Avondster, 28 november 1928, 1. De
Reeks 'Onze jonge katholieken in hun proza en poëzie'
verscheen in vier afleveringen, die ondertekend zijn door
'ir. J.'. Mogelijk verwijst dit naar Adriaan Juten, directeur
van De Avondster.
18 Verpalen, De betoverde stad, 39.
19 Brief van Jac. Becht aan Anton van Duinkerken, februari
1946.
20 Yolande Kortlever, 'Vastenavond, feest der saamhorig
heid. De beginjaren van de Stichting Vastenavend'De
Waterschans 40 (2010), nr. 4, 159-160.
21 Anton van Duinkerken, 'Carnaval als openbaring van het
levensdoel'Vastenavendblatje (1948), 2.
22 Kortlever, Vastenavond, feest der saamhorigheid, 159.
23 Anton van Duinkerken, 'De dag der maskers',
Vastenavendkrant (1949), 4. Het gedicht heeft een rijke
publicatiegeschiedenis. In 1927 verscheen het in
Roeping (zie noot 9). Vervolgens werd het opgenomen in
Verdediging van carnaval, 61-63 en tot slot in de dicht
bundel Lyrisch Labyrinth (Utrecht 1930), 123. De hier ge
citeerde variant is de versie die is opgenomen in de
eerste editie van de Verdediging uit 1928.
24 Wim Besling, '2 x 11 jaargeleje en 1 x 11 jaargeleje', in
Vastenavendkrant (1968), 17.
25 Anton van Duinkerken, 'De krabbengeneraal Anton van
Duinkerken verdedigt. Uit "Verdediging van Carnaval"',
Vastenavendkrant (1969), 10.
26 Vastenavendkrant (1951), 1.
27 Vastenavendkrant (1951), 1 en '"Het Ding" was in Bergen op
Zoom Toch nog ontvoerd voor de voeten van Zijne Dwaasheid
Prins Nillus', De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 5
februari 1951 - later overgenomen in Vastenavendkrant
(1952), 2-3.
28 'Hoe wij tafelden met Prins Nilles en zijn boeren. Maaltijd
op het Bergense stadhuis, Anton van Duinkerken met kiel
en baret', Vastenavendkrant (1952), 3.
29 Het bleef niet alleen bij een Bergse onderscheiding; zo
nam de Nijmeegse carnavalsvereniging hem als ridder
op in de orde van de "zachte G". Zie: Brief van A.J.J.M
Terstegge aan Anton van Duinkerken, 16 november 1964
(archief Katholiek Documentatie Centrum).
30 'Anton van Duinkerken kreeg ridderslag en was toen op
genomen in de "Orde van de Gouden Krab", De Telegraaf,
7 februari 1951.
31 Asselbergs, Rond Van Duinkerkens Verdediging van
carnaval, 141-142.
32 Anton van Duinkerken, 'Geen verdediging meer!', Vasten
avendkrant (1954), 5.
33 Het artikeltje werd overigens in 1953 al opgenomen in de
Nijmeegse carnavalskrant onder de titel 'Geen verdedi
ging van carnaval meer'. Zie: Bernard Asselbergs, Rond
Van Duinkerkens Verdediging van Carnaval, 141.
34 Johanna Jacobs, 'Interview met Jan van Giels over
Anton van Duinkerken', in Herinneringen aan... Anton van
Duinkerken (Bergen op Zoom 2003), 69-71.
35 Brief van Kees Becht aan Anton van Duinkerken, 30
januari 1956.
36 'Biezondere zitting van de Groote Raad op zondag 12
febrewarie 1956 in de Markiezezaal van 't stattuis',
Vastenavendkrant (1957), 9-11.
37 Anton van Duinkerken, 'De zin van Carnaval', Verzamelde
Geschriften. Deel I: Vertelling en vertoog (Utrecht/
Antwerpen 1962), 55-64.
38 Biezondere zitting van de Gróóte Raad, 10.
39 Anton van Duinkerken, 'Afscheid van de Prins', Vasten
avendkrant (1958), 2. Het typoscript is te vinden in de
Anton van Duinkerkencollectie in het Literatuurmuseum
te Den Haag.
49 Herman Witte (1909-1973). Was na de oorlog burge
meester van Bergen op Zoom.
41 'La vie en Rose', De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad
(18 februari 1958), 5. Dit artikel is later overgenomen in
de Vastenavendkrant van 1959.
42 Brieven van Anton van Duinkerken aan Wim Besling,
januari 1959 en 3 februari 1961.
43 Brief van Wim Besling aan Anton van Duinkerken, 28
januari 1962.
44 Brief van Anton van Duinkerken (geschreven door zijn
secretaresse) aan Wim Besling, 19 februari 1962.
45 Van der Plas, Daarom mijnheer, noem ik mij katholiek,
14 en 534. Meer over dit bezoek aan Van Duinkerkens
zestigste verjaardagsfeest en de speech van Jan van
Giels vindt u in het artikel 'De verloren speech van Prins
Wannes I' door Michiel Besters elders in dit nummer.
46 Brief van Cor Meerbach aan Anton van Duinkerken, 24
februari 1968.
47 'Anton v. Duinkerken krabbengeneraal', in Vastenavend
krant (1969), 9.
De Waterschans 1 - 2020
24