voor en overhandigt het beeldje. Op de foto's
die van dit moment zijn gemaakt valt niet alleen
de verbazing af te lezen van het gezicht van Van
Duinkerken, maar ook de intense vreugde.
'De brave Willem was van al deze spontaniteit
werkelijk onderste boven en hij kwam, wat maar
zelden voorkomt, woorden tekort om zijn dank
te betuigen', zo staat in het verslag in de Vas
tenavendkrant.1 Na dit huldigingsmoment be
reikte de receptie een feestelijk hoogtepunt. 'De
boerenploeg met de muziek voorop ging een
rondje langs de zalen maken. De eerste, die ach
ter de muziek aansprong, was Willem'.20 Van
Duinkerken dweilt vervolgens als 'een soort
Rattenvanger van Hamelen aan het hoofd van
een zich spontaan vormende slingerstoet'.21 Een
ooggetuige en familielid van Van Duinkerken,
Jan Bervoets, herinnert zich de omslag in de
sfeer tijdens de receptie nog goed. Waar eerst
de 'enorme hoeveelheden sherry ongeschonken
bleven staan', daar vloeide deze rijkelijk toen
de Bergse delegatie het feest liet ontploffen.22
Er werd volgens Bervoets 'flink op de ukken
ge'ost', wat verwijst naar het vastenavendliedje
uit 1962. Aan het einde van de receptie neemt
de Bergse delegatie afscheid van Van Duinker
ken met het lied 'Merck toch hoe sterck'. Een
vriend van Van Duinkerken, Henri Overhoff,
schrijft hierover het volgende: 'Bij geen enkele
gelegenheid hebben wij Nini [de vrouw van Van
Duinkerken, MB] en Willem zó ontroerd gezien.
Willem wist zelfs géén dankwoorden te vinden
en stamelde slechts iets onverstaanbaars. Het
was een onvergetelijk afscheid'.23 Later heeft
Willem in een persoonlijk schrijven zijn vrien
den bedankt. (toevoeging redactie: zie pagina 22
voor deze brief).
Voordat de terugtocht naar Bergen op Zoom wordt
aanvaard, zet de delegatie het feestje voort in
Afb. 3. Anton van Duinkerken gehuldigd als 60-jarige in de Nijmeegse Stadsschouwburg, foto afgedrukt in Vastenavendkrant,
1963, fotograaf Jan van Eldik (Anton van Duinkerken-collectie Bernard Asserbergs, Amsterdam).
De Waterschans 1 - 2020
28