Joseph Roth en Anton van Duinkerken:
notities over een vriendschap
Marius Bakx
"Jawohl, mein Herr, ich nenn' mich Katholik! Mein Heil, es lebt schon seit zweitausend Jahren!".
Dit zijn de eerste twee regels van de Duitse versie van de 'Ballade van den katholiek' vertaald door
niemand minder dan Joseph Roth. Een unieke gebeurtenis, de Oostenrijkse schrijver vertaalde
nooit gedichten. De vertaling verscheen op 13 juni 1937, anderhalf jaar na de publicatie van de
'Ballade' in De Tijd, in het Oostenrijkse weekblad Der Christliche Standestaat (Snick, 2013). Hier
mee werd Van Duinkerken, als katholiek dichter, door Roth in Oostenrijk geïntroduceerd. De ver
taling kwam niet uit de lucht vallen, want Van Duinkerken recenseerde in 1934 Roths' boek: Der
Antichrist. Roth was te spreken over de recensie en na kennismaking in Amsterdam ontstond er
een warme vriendschap tussen de twee schrijvers. Hun gezamenlijke Amsterdamse cafébezoeken
zijn tot op de dag van vandaag befaamd. In deze korte beschouwing werp ik een blik op Joseph
Roth en zijn vriend.
De status van Joseph Roth
"He had a nineteenth-century style and a twen
tieth-century vision," zo typeert Joan Acocella
het werk van Roth in The New Yorker (Acocella,
2014). Ze vergelijkt Roth terloops met Kafka en
Tolstoj. Geen vreemde vergelijking. Wie was Jo
seph Roth? Hij werd in 1894 in het stadje Brody
(in het Oostenrijk-Hongaarse Keizerrijk) ge
boren. Als gevierd journalist bereisde hij heel
Europa. Direct na de machtsovername van Hit
ler in 1933, vluchtte hij naar Parijs en werd één
van de bekendste 'exil-schrijvers'. Hij schreef
voornamelijk in hotels en cafés. Job (1930) en
Radetzkymars (1932) behoren tot zijn sleutel
werken. In de Lage Landen heeft Roth een
bijzondere status. Sinds de vroege jaren dertig
heeft hij hier een trouwe schare aanhangers.
Zijn werk wordt telkens opnieuw uitgegeven,
vertaald en met veel lof ontvangen (Snick, 2011).
Londen, Wenen, Parijs en Bergen op Zoom
Afgelopen jaar verscheen er een Nederlandse
vertaling van de briefwisseling tussen Joseph
Roth en Stefan Zweig: 'Elke vriendschap met mij
is verderfelijk: Brieven 1927-1938'. In de Groene
Amsterdammer werd deze correspondentie
door Cyrille Offermans (2019) "misschien wel de
meest tragische uit de hele literatuurgeschie
denis" genoemd. Het is in ieder geval een zeer
indringende correspondentie. Roth en Zweig
schreven elkaar vanuit Londen, Wenen, Parijs,
maar eveneens vanuit Amsterdam en Oostende.
Het had weinig gescheeld of Bergen op Zoom
had ook in dit rijtje gestaan. De mare gaat dat
Joseph Roth enkele weken op aanraden van
Anton van Duinkerken bij zijn ouders logeerde
(afbeelding)
In dit pand in de Lievevrouwestraat zou Roth,
Afb. Ouderlijk huis in de Lieve Vrouwestraat
41
De Waterschans 1 - 2020