revolver gehad, dus wij het huis uit langs de
schuur, pikdonker, ik mijn geweer schietklaar
op mijn schouder en de revolver in mijn hand.
Halverwege de schuur hoorden we een merk
waardig gerammel. We schrokken ons een
ongeluk. Je denkt dan direct aan de vijand, wat
bleek er stonden nog enkele koeien in de stal
en die rammelden met de kettingen waaraan ze
vast stonden. Dus dat liep goed af.
Buiten veel zwaar schieten en bombarderen op
afstand, richting de Peel. Wij zijn op de open
bak tussen de munitie gaan zitten. Richting Den
Bosch, half op de Graafseweg krijgen we een
aanrijding. Het eerste wat we dachten was wij
gaan met de hele wagen tot ontploffing, met al
dat kruit en granaten. Maar dat liep goed af, in
zoverre dat de chauffeur bewusteloos was, dus
deze kon niet verder en de auto deed het ook
niet meer. Ik ben toen op een voorzijde van een
kanon gekropen, dat is een heel klein wagentje
voor twee personen, een hard houten bankje
en daar heb ik de nacht op doorgebracht aL
rijdende naar Den Bosch. In Vught hielden we
halt. Wij zijn daar heel de dag gebleven want
de Duitsers maakten in het begin nog geen
grote vorderingen. Ik heb toen een afscheids
brief geschreven (heb ergens papier en potlood
gevraagd) naar huis want zo het er toen uitzag
leek het een verloren zaak. Heb de brief aan
een mevrouw, die op de fiets voorbij kwam,
meegegeven in de hoop dat hij zou aankomen,
maar ik heb er thuis nooit iets van gehoord.
's Avonds vertrok de hele boel richting Tilburg,
maar de brug over het WiLheLminakanaaL was
toen al buiten werking, dus we konden Tilburg
niet in. Zijn langs het kanaal naar een andere
overgang gereden (nog steeds op dat karretje)
en kwamen uiteindelijk aan in Oosterhout. Dus
daar werd overleg gepleegd (van enige orga
nisatie was geen sprake meer) wat gaan we
doen. Ik ving geluiden op dat de meesten naar
het noorden wilden, want er waren veel noor
delingen bij. Maar ik dacht dan kun je geen kant
meer op en naar het zuiden kun je desnoods
tot in Frankrijk toe. Tot ik het geluid opving van
een motor ordonnans die liever naar het zuiden
ging. Ik had even daarvoor lekker gegeten bij
een banketzaak, die bood gratis broodjes aan.
Ik vertelde dat tegen die motorrijder. Ik met
hem naar die broodjeszaak waar ook hij zich
tegoed deed aan broodjes. Wij zijn toen met de
motor weggereden vanuit Oosterhout richting
Breda, maar daar was luchtalarm. Vanwege
de bombardementen moest aLLes weg van de
straat. Wij zochten onderdak in het portaaL van
een kerk."3
"De rust was weer even weergekeerd dus wij
verder richting Roosendaal. Halverwege de Et-
tenseweg hoorden wij weer vliegtuigen en wij
hoorden gekLetter op de weg dus er werd ge
schoten uit de vliegtuigen. Wij gooiden de motor
aan de kant en vluchtten een boskant in, maar
dat was natuurlijk geen bescherming. Geluk
kig kwamen we er zonder kleerscheuren vanaf.
Wij weer verder naar Roosendaal maar daar
aangekomen stond het hele station in brand.
Ook veel woningen waren geraakt en kapot.
Wij weer verder naar Bergen op Zoom. Op de
Wouwseweg zag ik tot grote verwondering "on
ze" keukenwagen rijden met onze kok en enkele
soldaten uit Ravenstein. Alles ging goed en ik
ben toen met de motorrijder naar Halsteren ge
reden. Daar wisten ze niet wat ze zagen. Wij zijn
de verdere dag bij ons thuis geweest, schoon
goed aangedaan, gegeten enz.
Maar thuis blijven ging niet want er werd naar
deserteurs gezocht. Dus in de Late namiddag
zijn wij weer vertrokken. Ik kreeg nog een ex
tra deken mee en eten. Vóór Bergen op Zoom
werden we aangehouden door de militaire po
litie. We moesten het wachtwoord zeggen want
mogelijk hadden Duitsers zich van Nederlandse
uniformen voorzien. Het wachtwoord was
SCHAAPSCHEERDER. Dat kunnen Duitsers niet
goed uitspreken. Wij weer verder richting Zee
land. Bij Krabbendijke moesten we door onge
veer 30 a 40 cm water. Ze hadden een deeL van
Zeeland onder water gezet om de vijand tegen
te houden. Wij zijn toen verder gereden naar
Goes. Maar het werd avond en we moesten on
derdak hebben. Wij hebben toen geslapen bij de
familie De Jonge te 's-Heer Hendrikskinderen
even buiten Goes. De andere dag zijn wij door
gereden naar Middelburg. Daar moesten wij
de motor inleveren en de motorrijder werd met
een auto naar Antwerpen gebracht.
Ik bLeef aLLeen achter en heb me maar aan
gesLoten bij een troep vLuchtende soLdaten,
waarvan ik er niet één kende. Wij zijn toen naar
Serooskerke gegaan. Ik kan met niet meer her
inneren of we dit gelopen hebben of met een
vrachtwagen. Daar zijn we weer in een schuur
De Waterschans 2 - 2020
62