gekropen wachtende tot de Duitsers kwamen. Maar de andere dag moest ik met een ser geant en nog twee soLdaten met een miLitaire vrachtwagen mee. Deze stopte op de markt in Middelburg en daar gingen we naar een woning op de hoek van de straat (ik zou hem nog kun nen aanwijzen). In die woning zaten zoals men vermoedde, NSB-ers of landverraders. Maar buiten op de hoek stond een man. De sergeant met geLaden pistooL ging naar hem toe en zei dat hij daar weg moest gaan. Maar hij deed het niet. Ik had me even verwijderd. Wij hoorden een schot en daar Lag de man dood geschoten door de sergeant. Hij had hem aangezien voor een spion. Wat er verder mee gebeurd is weet ik niet. We hebben de woning onderzocht maar niets gevonden. Wij terug naar Serooskerke omdat we hoopten daar te kunnen eten. Maar er was niets, we hebben echt honger geleden. Ik had van iemand nog een paar boterhammen gekregen. De volgende dag kwam het bericht (de Duitsers hadden Zee land nog niet ingenomen) dat we met de boot naar Engeland vervoerd zouden worden. Wij op de vrachtwagen op weg naar Vlissingen om verscheept te worden naar Engeland. Heel de dag hebben we doorgebracht op de weg tus sen Middelburg en Vlissingen. Ook de volgende nacht hebben wij daar doorgebracht. Op de auto was het te koud, ik ben toen een leegstaande woning ingegaan en in de keuken onder de ta fel gaan liggen. Daar geslapen en 's morgens me weer gemeld om met de boot mee te gaan. Maar er kwam een bevel, we mochten niet meer over, want alle boten werden de grond ingeboord. Dus wij weer naar Serooskerke, maar eten hadden we niet. Wel hadden we een zak rijst van ongeveer 25 kg maar niemand van de burgers (Zeeuwen) bood aan om die rijst voor ons te koken. Een van de soldaten wist dat er ergens in Brabant eten te halen was, wat of waar dat weet ik niet. Wij met de vrachtwagen op weg naar Brabant want als je honger hebt dan doe je dat. Maar verder dan Goes kwamen wij niet, want de Duitsers waren in aantocht. Dus maar weer terug met hongerige magen. Wij kwamen in Serooskerke aan en ik was zo misselijk van het rijden, dat als we eten hadden gehad ik het niet zou lusten. De avond ging val len. Opeens komt er een sergeant en die zegt dat we voor we gaan slapen onze geweren bij de buitendeur moeten zetten, allemaal bij el kaar. Iets stommers konden we niet doen, want welke soldaat geeft nu zijn geweer af, maar we deden het wel en 's morgens waren alle gewe ren weg. Wij stonden daar met blote handen. Dus maar wachten tot de vijand kwam. Alleen hadden we veel angst. Ik zie nog enkele grote praatjesmakers van de vorige dagen in een hoekje zitten bidden, angstig als een kind." Wat weten we nog meer? Tot zover de belevenissen zoals Cor Rampart deze zelf in 1991 heeft opgetekend over die woelige en onzekere tijd. Zijn verhaal, althans de vastlegging, stopt vrij abrupt. Na de capi tulatie, zo vertelde Jos Rampart mij, werd het Nederlandse leger ontbonden en de soldaten, Afb. 8 Aanhef en slot van de brief van de familie Van de Rijdt gericht aan de familie Rampart (Bron: privébezit de heer Jos Rampart) 63 De Waterschans 2 - 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 19