betekenend dat hij een almutium (ook almuts
of koorpels genoemd) over zijn Linkerarm
draagt, die zijn kerkelijke status aangeeft. Deze
mantel van bont, die oorspronkelijk over de
schouder werd gedragen, maar in Obrechts tijd
ook over de arm, was een waardigheidssymbool
voor een hogere geestelijke zoals bijvoorbeeld
een kanunnik. Obrecht heeft sluik, licht golvend
bruin haar dat los afhangt over zijn voorhoofd
en oren. Onder zijn lichte wenkbrauwen staren
heldere groenige ogen naar de verte of naar
een onbekende heilige. Het meest in het oog
springend is zijn robuust gevormde neus, die
de linkerzijde van zijn gezicht in de schaduw
zet. Obrecht is afgebeeld met een vlezige mond
en de baardgroei in de schaduw rond zijn lip
pen is met veel detail geschilderd. Vergeleken
met zijn indrukwekkend weergegeven hoofd en
kleding zijn de handen minder imposant uit
gevoerd en mogelijk het werk van een leerling.
Links en rechts boven zijn hoofd is zijn naam in
gouden Gotische letters weergegeven als •Ja^
Hobrecht.
Tijdens een recente restauratie zijn de houten
strips die rond de lijst waren aangebracht ver
wijderd, waarbij zichtbaar werd dat er aan de
rechterzijde van de lijst twee scharnieren heb
ben gezeten.
Blijkbaar betreft het dus het linker paneel van
een diptiek of triptiek. Het was rond 1500 nog
niet gebruikelijk dat een opdrachtgever zichzelf
af liet beelden als hoofdonderwerp. Als men
zich op een schilderij wilde laten vereeuwigen
dan was een heilige of een bijbels tafereel het
centrale onderwerp en opdrachtgevers werden
terzijde of op een zijpaneel in aanbidding weer
gegeven. In vijftiende-eeuwse Vlaamse kunst
komt zo'n afbeelding van individuele vroomheid
zeer vaak voor. Geportretteerden gaan daarbij
als het ware zo vurig op in hun gebeden dat het
onderwerp van hun devotie daadwerkelijk voor
hen verschijnt.18 Dit zou ook de starende blik
verklaren, die op deze wijze geportretteerden
vaak vertonen: het vertelt ons dat we zowel een
eigentijds mens zien als diens visioen, de vrucht
van de meditatie van de afgebeelde persoon.
Afb. 12. Diptiek van Maarten van Nieuwenhove, een fraai bijeengebleven diptiek uit 1487 van Metsys' voorbeeld Hans Memling.
De jongeman richt zijn ogen in aanbidding naar de Madonna met Kind op het andere paneel.
81
De Waterschans 2 - 2020