Voor iedere generatie een eigen Jan IV van Bergen Deel 1: 1567-1800, een kleine rol in het grote verhaal door Joey Spijkers Dit najaar brengt historicus Joey Spijkers met tien auteurs een artikelenbundel uit over het leven en de nalatenschap van Jan IV van Bergen; het eerste boek dat alleen gewijd is aan deze edelman. Hoewel deze markies, mede vanwege zijn 'schlemielige' dood aan de vooravond van de Opstand, een onderbelicht figuur is, verdween hij zowel in binnen- als buitenland nooit helemaal uit de herinnering. In twee artikelen belicht Joey Spijkers hoe er in viereneenhalve eeuw door verschillende generaties over hem werd gedacht. Dit eerste verhaal behandelt de periode van Jans dood in 1567 tot aan 1800. Jan van Bergen, de laatste markies van Bergen op Zoom van het huis van Glymes, was gouverneur van Henegouwen en de steden Kamerijk en Valenciennes. Hij vertrok in 1566 samen met de baron van Montigny naar Spanje om koning Filips II te verzoeken de ketterplakkaten te verzachten. De markies faalde echter in zijn opzet; in maart 1567 stierf hij in Madrid en de 'IJzeren Hertog' van Alva trok met duizenden soldaten naar de Nederlanden om met harde hand de orde te herstellen. Opstandspropaganda Vanaf 1567 draaide het discours rond Jan van Bergen nog eeuwen bijna uitsluitend om zijn mysterieuze dood. Al tijdens het verblijf van Jan en Montigny in Spanje uitten tijdgenoten hun verwondering over het feit dat de twee edellieden zo lang wegbleven en er weinig van hen werd vernomen. 1 Meteen na Jans overlijden deden geruchten de ronde dat hij vergiftigd was en dat zijn stoffelijk overschot mishandeld zou zijn. 2 Een schot schrift uit de vroege jaren van de Opstand koppelde alle belangrijke spelers op het politieke toneel in de Nederlanden aan een Bijbelcitaat. Bergen en Montigny kregen Mattheüs 10:16 toebedeeld: 'Zie, ik zend u als schapen onder de wolven'. 3 In een meer seculiere paskwil daarop kreeg hij het volgende predicaat: 'Waar twee wedden, moet er een verliezen.' 4 Het bleef echter niet bij geruchten en spotteksten. Toen de oorlog uitbrak, werd de dood van de markies ook geregeld onderwerp van propaganda. De teksten waarin Bergen en Montigny werden aangehaald, waren voornamelijk gericht op de katholieke middengroep. Dat volksdeel was ideologisch gekant was tegen de ketterijwetgeving en aanwezigheid van Spaanse soldaten, maar was, omwille van gehoorzaamheid en vrede, verleid om niet in opstand te komen dan wel zich juist te verzoenen met de koning. Het trieste lot van Bergen en Montigny moest als ontmoedigend voorbeeld dienen. Een anoniem pamflet uit 1574 waarschuwde de Staten ervoor om geen verzoening met Spanje te zoeken. 'En wie is er die dat zou willen ondernemen, nadat het de voortreffelijke heren van Montigny en Bergen om zoiets zo slecht is vergaan? Zeker, de vos wilde het hol van de leeuw niet binnengaan, omdat hij geen voetstappen zag die naar buiten liepen, zoals dat bij Aesopus beschreven is.' 5 De militair gouverneur van Brussel namens Oranje, Olivier van den 22 WATERSCHANS Mo.3 SEPTEMBER 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 22