X
Tympel, bepleitte door middel van
een pamflet ook dat de bevolking in
1579 de Unie van Utrecht moest
verkiezen boven de Spaansgezinde
Unie van Atrecht. Het stuk richt zich
voornamelijk tegen de Waalse edelen
en vraagt de Brusselaars zich te
herinneren 'hoe men de markies van
Bergen en de heer van Montigny naar
Spanje heeft weten te sturen, omdat
zij de voornaamsten waren die zich
met raad en daad verzetten tegen de
Spaanse tirannie, opdat met hen
aldaar in de gevangenis zou laten
omkomen; en opdat de heer van
Noircarmes de goederen van de
markies zou kunnen innemen en de
graaf van Berlaymont zijn ambten,
zoals het opperjachtmeesterschap,
hetgeen ook is gebeurd.' 6
In zijn Apologie van 1580 noemde
Willem van Oranje Bergen en
Montigny ook tweemaal. De eerste
keer haalt hij hen aan om zijn
vertrek naar Duitsland in 1567 te
rechtvaardigen. Hij vertelt hoe de
Nederlandse adel tevoren te
goedgelovig was: 'Bovendien hadden
wij en sommige andere heren een te
grote genegenheid voor de koning;
die bracht de heren van Bergen en
Montigny ertoe om naar Spanje te
reizen, in de verwachting dat de
koning, vanwege de grote diensten
die zij hem hadden bewezen en
vanwege het aanzien van hun edele
afkomst, liever uit hun monden dan
van Spanjaarden zou willen vernemen
wat noodzakelijk zou zijn om deze
landen te redden.'
De tweede keer waarop Oranje het
lot van de heren van Bergen en van
Montigny noemt, is wanneer hij erop
wijst dat de Spanjaarden zich tijdens
zijn afwezigheid niet minder tiranniek
hadden gedragen: 'Werd toen ook uw
vrijheid door die vriendelijke en
zoethartige man, de hertog van Alva,
gehandhaafd en onderhouden? Ja,
integendeel, was het niet in diezelfde
tijd dat men in Spanje uw ambassa
deurs, de heren van Bergen en van
Montigny, zo jammerlijk ombracht?' 7
Tenslotte wordt het gezantenpaar
ook nog genoemd in het Plakkaat van
Verlatinghe, dat een jaar na de Apologie
werd geschreven. Een van de redenen
waarom de Staten-Generaal Filips II
afzwoeren, was dat hij niet naar de
raad van Montigny en Bergen had
geluisterd: 'Vervolgens heeft hij
bovendien de genoemde gezanten
(omdat hij dacht dat het land door het
geweld van de hertog van Alva geheel
onder zijn onderwerping en tirannie
was gebracht) tegen alle gemeen
schappelijke rechten in, die zelfs door
de wreedste en tiranniekste prinsen
werden onderhouden, laten vangen,
Afb. 1: Olivier van den Tympel,
militair gouverneur van
Brussel. Jan Antonisz. Van
Ravesteyn (atelier van).
Portret van Olviier van den
Tempel, heer van Corbeecke,
circa 1609-circa 1633, olieverf
op paneel, 29,7 x 24,2 cm.
Amsterdam, Rijksmuseum,
inv. SK-A-553.
Afb. 2: Vermelding van de
markies van Bergen in het
Plakkaat van Verlatinghe.
De Franse spelling 'marquis'
is in dit concept weggestreept
voor het Nederlandse
'marckgrave' en zo zal het ook
uitgegeven worden.
National Archief, Archief van
de Staten-Generaal, 1.01.01.01,
inventarisnummer 254G
"J" ■'rrr
k"
WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2020
23