DUCDALFS NIEUWE BLOET~RAEDT
ingesetenen, jong, out, man ende vrou
van Cornelis van der Plas uit
omstreeks 1620. De auteur had eerder
succes met een boek voor de VOC over
de Spaanse tirannie in Amerika en
beproefde zijn geluk nogmaals met
een soortgelijke formule. De tekst
over de uitverkiezing van Montigny
en Bergen is gebaseerd op
Van Wesembeecke - waarschijnlijk
via Pieter Bor -, maar het is mij niet
gelukt om te achterhalen waar Van der
Plas zijn bericht over het overlijden
vandaan heeft. Interessant is dat hij
de markies wel enkele laatste woorden
geeft wanneer deze pas toestemming
krijgt om te vertrekken wanneer zijn
lichamelijke toestand hopeloos is
geworden: 'O late wel-daet van den
Coninck, ick hope dat ick in't kort sal
wesen al waer den Coninck niet en
heeft te ghebieden.'17
De nieuwbakken Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden was
hopeloos verdeeld tussen Staatsen
en Prinsgezinden, katholieken en
protestanten, remonstranten en
contraremonstranten. Hoewel er
nooit overeenstemming was over de
rol van de adel, paste het overlijden
van de markies van Bergen in een
seculier nationaal verhaal waarin de
Nederlanders zich onttrokken aan
het Spaanse juk.
Katholieke geschiedschrijving
Terwijl de Republiek in het noorden
een 'history craze' doormaakte,
werd er in het zuiden veel minder
geschreven, en bovendien vaak niet in
de volkstaal. 18 De oudste katholieke
geschiedenis van de Nederlandse
Opstand, hoewel het al eindigt in 1567,
was De initiis tumultuum Belgicorum
van Florentius van der Haer uit 1587.
Over Jan van Bergen is de auteur kort:
hij beschrijft dat de markies populair
was onder het volk en hij vertelt erg
summier over de missie naar Spanje
dat Montigny vooruit liep 'en de
markies volgde hem: hij kwam nooit
meer terug.' 19
De Italiaanse jezuïet Famiano
Strada had voor zijn De bello Belgico
(1632) toegang tot de correspondentie
van Margaretha van Parma en biedt
daarmee een uniek inkijkje in de
Habsburgse politiek. Strada's beeld
van de Nederlandse adel is ambivalent
en dat komt ook terug in zijn
beschrijving van Jan van Bergen, de
meeste uitgebreide uit deze periode.
Strada is bijvoorbeeld de eerste auteur
die ingaat op zijn rol bij de oproeren
te Valenciennes, waar hij hem presen
teert als traag en meer bekommerd
Niet at wert aldaer bcjlaoten
AU OnnoftL bhret ■Verhorten
Hangen. Branden, wurgen maart
Mn wat Jet e r dart tg' behoort
Het verbeuren fan de gotdren
H wangh en. tjtrattgea drrgemaedreti
Hit Jy ftydea waf t'gebade
Van den Going en tin Gedt
Dt Ketting frer tegels de Nederlander, om htar Gods-ditnfi en i'eefreg ten Vet
bitter! fijndebeefr om dtfilvt rff firajfen en te dwhtgtttdei Har toy van ai lbo.
met [OUOO Spangiaarden nattT defclve tanden gefanden s duvelde om een aanvang
van fijn dwingeland} te mai-cn^en Raad (meefi Kjt Vreemdelingen) c ygcregl beeft
die om ha.ir Bltedigen handel Van de gemeente f met regt t df Bleed-Raadt ge-
noemt werd.
Siet do tb hier een rae.l gejfiannen
Vin Joo veel verfeheyde mannen
Iiie desi Bloetraet wtrt gewent
Mn Jöo merttch nerts verdoemt
Hier als Trejident GranVeBe.
Vbnnis-baerder van de Helle
Styt maer dit ssf dat n befl
Voort hem velgen, al de rê/l
Afb. 6: Montigny en Bergen
als illustratie bij de Raad van
Beroerten met Alva aan het
hoofd. Anoniem, Ducdalfs
nieuwe bloet-raedt, illustratie
bij De Spaensche tiranye,
ca. 1618-1624, ets, 1,75 1,35 cm.
Amsterdam, Rijksmuseum,
inv. RP-P-OB-78.985.
Afb. 7: Famiano Strada. Anoniem,
Portret van Famiano Strada,
ca. 1727 gravure. Den Haag,
Bibliotheek Vredespaleis.
■r-.-rr Hl! "1
/Wj». I
26
WATERSCHANS Mo.3 SEPTEMBER 2020