De Houtpoort zelf moet iets noordelijker hebben gelegen, maar daarvan zijn geen duidelijke resten gevonden, waarschijnlijk omdat die ook net buiten de leidingsleuf lagen. Ten zuiden van het Groot Arsenaal, waar het havenkanaal de Rijtuigweg kruiste, kwam tot afgrijzen van de uitvoerder een groot rond betonblok tevoorschijn. Dat was een draaipunt voor de zogenaamde Julianabrug die hier in de jaren 1913-1914 was gebouwd. Iets verder zuidwaarts bij de Ham doorsneed de leidingsleuf de stadsmuur over een lengte van ruim 20 meter. De muur was 1,33 meter dik en opgebouwd uit rode en gele bakstenen in tras, met een formaat van 4,5 x 8,5/9 x 18,5/19 cm. Ook de garieten hadden dit steenformaat. Aan de havenzijde was de muur vanaf een bepaalde hoogte volledig met witte natuursteen bekleed. De muur eindigde in een L-vormig blok, dat de noordelijke flank van de Hampoort was. De poortdoorgang lag (en ligt hopelijk nog steeds) onder het midden van de Rijtuigweg. De zuidelijke flank lag in elk geval buiten de leidingsleuf. Verder naar het zuiden was de ondergrond volledig op zijn kop gezet, waarschijnlijk bij de bouw in 1908 (en bij de afbraak in 1967) van de dubbele basculebrug over de Oude Vissershaven. Toen de uitvoerder de sleuf doortrok in de richting van de Sint-Jacobspoort, kwam een nieuw fragment van de stadsmuur tevoor schijn. Nadat al enkele grote stukken van de muur en van de garieten waren vernield, kwam ook Heijmans tot het inzicht dat het beter was om de leidingen naar het midden van de straat te verleggen en de resten te sparen. De stadsverwarming doorsneed nog wel de Sint-Jacobspoort, maar de resten daarvan zaten dieper, dus werd er verder niets kapotgemaakt. De opgraving van de Sint-Jacobspoort In juni van dit jaar ontstond een tweede bedreiging voor de resten van de Sint-Jacobspoort. Aannemer Gubbels had opdracht van de gemeente gekregen om het terrein ongeveer anderhalve meter diep te saneren, inclusief de Rijtuigweg, en een nieuw riool te leggen. Dat was nodig voor de bouw van de nieuwe wijk 'Oost Kwartier' op het voormalige Nedalco- terrein. Het hoofdriool was dwars door de poort gepland. Tegelijk schreef het gemeentelijke beleid voor, dat er geen vestingrelicten meer kapotgemaakt zouden worden. Om duidelijkheid te hebben over de poortrestanten, werd besloten om deze eerst volledig bloot te graven. Dat gebeurde door de samenwerkende gemeentelijke archeologische diensten van Breda en Bergen op Zoom. 9 Er was al eerder een keer gegraven naar de restanten van de Sint-Jacobspoort. In augustus 1998, zes maanden na de brand in de opslagtanks van Nedalco, gaf het bedrijf toestemming om op de braakliggende grond een proefonder zoek naar de Sint-Jacobspoort uit te voeren. Dat leverde een stukje van de torenronding op, ruim een meter onder het straatpeil. De rest van het gebouw lag onder de Rijtuigweg en kon toen niet onderzocht worden. Met medewerking van Nedalco lukte het om het front van de toren en een deel van de gracht in beeld te brengen. Verder onderzoek van de gracht mislukte vanwege een ongelooflijk vieze stank die uit de diepere grondlagen kwam (de typische rotte eieren lucht), waarna de opgraving werd gestaakt. tussenruimtes van 3,25 meter naast elkaar geplaatst. De muur zelf viel net buiten de sleuf van Heijmans, maar kon op een ander moment alsnog worden getraceerd. Hij ligt onder het trottoir, pal naast het hek en is 1,20 meter breed. De resten van de stadsmuur en poorten op basis van archeologisch onderzoek in combinatie met de kaart van het Nationaal Archief. De rode delen zijn gevonden, de roze delen zijn aangevuld. De havengeulen zijn getekend zoals zij er kort voor 1964 uitzagen, met de bruggen blauw omlijnd. 1: Sint-Jacobspoort, 2: Hampoort, 3: Sint-Nicolaaspoort. WATERSCHANS Mo.3 SEPTEMBER 2020 37

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 37