De directeur van Nedalco, de heer
Derde, was desalniettemin onder de
indruk van het vestingrelict en
besloot vanwege het 100-jarige
bestaan van het bedrijf om het stukje
grond waar de poort op stond, aan de
gemeente te schenken. Ook schonk hij
115.000 gulden om de resten van de
poort weer zichtbaar te maken, door
deze terug op te metselen in de
openbare ruimte langs de Rijtuigweg.
Bij de opgraving van dit jaar kwam
eerst de complete ronding van de
noordelijke poorttoren tevoorschijn op
een diepte van 1, 10 tot 1,60 meter. Die
was relatief goed bewaard gebleven.
De ronding was 9 meter in doorsnede
en opgebouwd uit stenen met een
formaat van 4,5 x 9 x 18,5 cm. De
buitenste huid was er later tegen gezet
en bestond uit een 80 centimeter dikke
laag van bakstenen met afwijkend
formaat van 4 x 11 x 22,5 cm. Helaas
was er geen vloerpeil meer aanwezig.
Het oude loopniveau lag waarschijnlijk
een meter onder het huidige.
Onder de Rijtuigweg
Onder de Rijtuigweg was de
noordelijke poorthelft helaas diep
weggebroken door zowel de sloop als
door de aanleg van vroeg-twintigste
eeuwse rioolputten. Van de voorgevel
was maar een klein fragmentje bewaard
gebleven. In het voorste gedeelte
bevond zich een klein keldertje.
De zuidelijke poorthelft lag
volledig onder de Rijtuigweg en was
tot meer dan 3 meter onder het
straatpeil gesloopt. Het lukte maar
met grote moeite om de omtrekken,
onder het grondwater, in te meten.
Een deel van deze poorthelft gaat
nog schuil onder het terrein aan de
Vissershaven, maar daar is de bovenste
twee meter helemaal verstoord.
Wellicht dat daar later dit jaar nog
iets gevonden gaat worden. In de
poortdoorgang bevond zich een groot
gemetseld blok, dat juist weer heel
hoog aan het maaiveld lag. Het was
veel minder diep gefundeerd dan de
poort zelf en duidelijk later gebouwd.
De noordelijke poorttoren sloot aan
op de eerder beschreven frontmuur
van de haven, die daar nog over een
lengte van 6 meter bewaard is. Ook
deze muur is fraai met natuursteen
bekleed. In de aanhechting van de
muur op de poort was goed te zien dat
de poorttorens oorspronkelijk ook
met Gobertange bekleed geweest
waren (zie afbeelding 6). De natuur
steen was op een bepaald moment
verwijderd en vervangen door de
genoemde huid van kleine bakstenen.
De fraaie en luxe
uitstraling zal indruk
hebben gemaakt op de
schippers die binnen
kwamen varen.
De Sint-Jacobspoort was ongeveer
22 meter breed en 15,60 meter lang,
iets groter dan de nog bestaande
Gevangenpoort. De doorgang was
3,60 meter breed.
Het geheel van poorten en muren
moet een zeer fraaie en luxe uitstraling
hebben gehad en indruk hebben
gemaakt op de schippers die binnen
kwamen varen. Het getuigt van de
rijkdom van de stad omstreeks 1500.
Waar kwam die rijkdom vandaan?
Terecht wordt vaak gewezen op de
marktfunctie van Bergen op Zoom.
De stad was onderdeel van een
netwerk van marktsteden en
dankzij de haven sterk georiënteerd
op de internationale
handel. Maar er was meer.
Uit recent onderzoek
blijkt dat Bergen op Zoom
bovengemiddeld veel
ambachten binnen de
stadsmuren had. Wat
archeologische resten van
middeleeuwse en
post-middeleeuwse
ambachten betreft, scoort
de stad landelijk in de
top-tien. Dan gaat het niet
alleen om pottenbakkers
maar om allerlei beroepen
zoals leerlooiers, zilversmeden,
lakenvolders, et cetera. 10 Dit staat
in sterk contrast met de landbouw.
De omgeving van de stad heeft zeer
weinig vruchtbare gronden, voorna
melijk stuifzand, waardoor de stad
zich nooit tot een landbouwcentrum,
waar producten uit de
omringende dorpen centraal werden
verhandeld, kon ontwikkelen. Dit is
het grote verschil met bijvoorbeeld
het kleinere Breda, dat wel een rijk
landbouwgebied om zich heen had,
maar waar de ambachten weer
achterbleven.
De specialisatie in productie en
handel was tegelijk de achilleshiel
van de stad. Toen het marktsysteem
veranderde in een systeem van vaste
handelsbeurzen en de transportroutes
door politieke onrust onveilig werden,
stortte de economie als een kaarten
huis in elkaar. In de zeventiende en
achttiende eeuw volgde wel een
opleving, onder meer door visserij en
landbouw op lastig te ontginnen oude
veengronden, maar de relatieve
rijkdom van de vroege zestiende eeuw
is nooit meer teruggekomen.
De geleidelijke afbraak
van het havenfront
Het begin van de Tachtigjarige Oorlog
betekende een grote verandering
voor het middeleeuwse havenfront.
Aanvankelijk ging men door de
Sint-Jacobspoort naar de Zuidlandse
dijk en naar de dijk rond de Houwer
(het waterreservoir van de
watermolen), maar dit stuk grond
Afb.6. De aanhechting van de stadsmuur (links) op de
torenronding. De resten van de gobertange bekleding
zijn nog aanwezig.
38
WATERSCHANS Mo.3 SEPTEMBER 2020