'Aangestoken door de kerkbrand' Robert Guinée: door Henk Boot Hij weet het nog als de dag van gisteren. Maandag 10 april 1972. Paasvakantie. Als kulleke van vijf zit Robert Guinée (54 intussen) bij zijn moeder in de DAF. Op weg van Meilust naar de Drebbelstraat. Boven de binnenstad hangen grote rookpluimen. 'Wij erop af. Het was de Gertrudiskerk. Die stond in lichterlaaie.' De gebeurtenissen van die dag zullen bepalend zijn voor de rest van Roberts leven. De gigantische brand in het hart van de stad wordt geblust. Maar de wederopbouw van het geblakerde skelet van de Gertrudis en het herstel van de brandwonden van de Peperbus boeien hem mateloos. 'Toen jaren later met de restauratie ervan werd begonnen, stond ik er met mijn neus bovenop. Met het oude fototoestel van mijn vader.' Robert (spreek uit als 'Robbèr', conform zijn Franse roots) is niet op zijn mondje gevallen. 'In die zin dat ik nogal vrijgevochten ben, niet zo van regeltjes hou. Maar ik zorg wel dat een ander daarvan geen schade ondervindt.' Als tiener weet hij met zijn jeugdig enthousiasme het vertrouwen te winnen van mensen als projectleider Cees Booij van de gemeente Bergen op Zoom en aannemer Huurman uit Delft. Autoriteiten op restauratiegebied. Zowel bij de restauratie van de kerk, als die van het Markiezenhof. 'Toen ze in de gaten hadden hoe ik me gedroeg, mocht ik op plekken komen waar normaliter buitenstaanders niet welkom zijn. De bouwvakkers beschouwden me zo'n beetje als hoffotograaf.' Restauratie-architect In al die jaren schiet hij een schat aan foto's over de voortgang van de werkzaamheden aan beide megaprojecten. In 1987, het jaar van de viering van 700 jaar Heerlijkheid van Stad en Land van Bergen op Zoom, worden het gerenoveerde stadspaleis (door koningin Beatrix) en de gerestaureerde kerk (door bisschop Ernst van Breda) officieel opnieuw in gebruik gesteld. 'Alle foto's van toen liggen bij mij thuis. Ze zijn nog nooit geëxposeerd, nee. Ik opereer graag in de luwte.' Vooral de wederopbouw van de Gertrudiskerk is bepalend voor Roberts latere werkzaamheden: als een van de langstdienende vrijwilligers bij SBM en beroepsmatig als restauratie-architect. Met als specialiteit: kerkgebouwen. 'Toen de kerk in 1987 weer openging, kwam Leo Stoffels als een soort pré-SBM met het idee de Peperbus open te stellen.' Robert meldt zich als vrijwilliger. Hij gaat gidsen. Ook op huifkartochten die Stoffels later organiseert voor toeristen. Later natuurlijk in de Gertrudis. Voor zijn architectuurstudie aan de afdeling Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft en nadien voor zijn werk als restauratie-architect vertoeft Robert vaak in het buitenland. 'Een voorrecht om zo meer kennis van mijn vakgebied op te mogen doen.' Expertise die hem ook bij zijn hobby als stadsgids zeer van pas komt. 'Volgens mij ben ik de enige bij SBM, die ook professioneel aan de slag is met monumenten. Het is mijn vak een gebouw te lezen. Ik herken bouwstijlen, de hand van architecten, zie waar van bouwpatronen is afgeweken, dat soort elementen.' Fascinerend Niet zelden tot ontsteltenis van zijn gehoor noemt hij de Gertrudis provocerend een gedrocht. Vooral architectonisch. Een stadsgids die zo over zijn object praat, dat roept vragen op. 'Dat is ook de bedoeling, dan heb ik hun aandacht te pakken.' Daarna komt Robert op stoom. Roert de bouw in de vijftiende eeuw aan, de uitbreidingen daarna, de beeldenstorm, de verwoestingen in 1747, de herbouw van de kerk, de brand in 1972 en de restauratie nadien. 'De Gertrudis is een van de meest fascinerende kerken in de Europese geschiedenis. Je kunt er als het ware de geschiedenis van de stad aan aflezen.' Dat raakt aan de kern van zijn hobby en zijn werk. Hij wil de geschiedenis doorgronden. Gebeurtenissen, mensen, gebouwen en hun gebruikers in hun context plaatsen. 'Voor mij zijn jaartallen niet zo interessant. Ik ken ze wel natuurlijk, maar ik leg liever verbanden. Naar wat zich elders in stad of in een tijdvak afspeelde.' 8 WATERSCHANS Mo.3 SEPTEMBER 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 8