De vlucht naar Engeland was bepaald geen plotselinge bevlieging: 'Lang, zeer lang van tevoren reeds hebben we onze plannen voorbereid.' Herman schrijft dat hij niets te verliezen had, omdat zijn ontslag bij de PTT al op de nominatie stond en hij tenslotte gedwongen zou zijn in Duitsland te gaan werken 'en gij weet het is nergens onveiliger dan daar.' Blijkbaar vermoedde hij dat zijn verzetsactivi teiten in de gaten liepen en dat er een risico was dat hij opgepakt zou worden. Hij had veel vertrouwen in een succesvol verloop van de vlucht via 'de kortste en veiligste weg': 'Er is practisch geen verschil of ik nu hier of in Zierikzee zit. We zien elkaar toch spoedig weer en bovendien heb ik het hier aan de andere zijde veel beter.' Het woord 'Engeland' vermijdt hij. Vervolgens instrueert hij zijn ouders hoe te reageren op vragen van het postkantoor en de politie over zijn afwezigheid: 'U zegt dan heel eenvou dig dat ik met vacantie was, ergens in Holland, en dat ik niet teruggekomen ben Deze brief aanstonds verbran den, zoodra U hem gelezen hebt.' Hij verontschuldigt zich voor het feit dat hij zijn spaarbankboekje heeft leeggehaald, en belooft het na terug komst direct weer in te leggen. 'Ik heb alles wat enigszins gevaarlijk is opgeruimd Wees ervan verzekerd, dat ik aan alles gedacht heb en alles van tevoren voorbereid heb. Zit dus nergens mee tusschen want alles is Oke. Ik ben blij dat ik nu eindelijk iets doen kan voor de goede zaak.' Hij sluit af met opbeurende woorden aan zijn moeder en zijn vader en somt dan alle namen van zijn zussen, broers, hun partners en kinderen op, gevolgd door 'jullie zien me spoedig weer. Houdt goeden moed, wij doen het ook en toch zullen we ze hebben enz. Gegroet Herman.' De afkorting 'enz.' in de slotzin staat vrijwel zeker voor 'de Moffen'. 14 Het is een opgetogen brief, die de indruk wekt dat Herman zich al veilig in Engeland waande nog voor hij het land uit was. Maar hoe anders zou het lopen. De plaats van bestemming werd niet 'de andere zijde' en er zou voor Herman geen spoedig weerzien komen, zelfs helemaal geen weerzien. Naar de Franse grens In opdracht van de Ordedienst vertrekken ze op 9 juni 1942. 15 Zuid waarts gaat het, vermoedelijk via de 'lijn-Putte'. Daar helpt het echtpaar Van Niftrik-Gevers vanuit hun huis op de Nederlands-Belgische grens vluchters op weg - totdat ze in augustus 1942 worden ontdekt door de Duitsers en zelf naar Zwitserland moeten vluchten. 16 Maar ten tijde van het vertrek van Herman, Michel en Bob is deze route in elk geval nog operationeel. De lijn-Putte wordt vanuit Bergen op Zoom mede onder houden door de groep van Jan Derks en Mientje Houtman, waarbij ook mevrouw Van Dixhoorn, de echtgenote van de bakker in de Kremerstraat, als koerierster actief is. Wellicht is zij de contactpersoon voor de Bergse Engelandvaarders geweest. Dit valt af te leiden uit een opmerking die Herman maakt in een van zijn eerste brieven uit het concentratiekamp: 'Doe de groeten aan Van Dixhoorn en de andere postmensen'. 18 De toevoeging 'en de andere postmensen' is een nadere beschouwing waard. Er woonde immers maar één familie Van Dixhoorn in Bergen op Zoom, en daarvan werkte er niemand bij de post. 19 Daarmee lijkt 'postmensen' een codewoord voor 'verzetsmensen' te zijn. In zijn brieven lijkt de uitdrukking 'doe de groeten aan overigens vaak bedoeld als een aansporing om met de desbetreffende persoon contact op te nemen om informatie te brengen of te halen; ook hiervan Zahlappell in het hoofdkamp Sachsenhausen in Oranienburg. Op de voorgrond een machinegeweer op de wachttoren. SS-propagandafoto, collectie Gedenkstatte und Museum Sachsenhausen. WATERSCHANS Mo.4 OW DECEMBER 2020

Periodieken

De Waterschans | 2020 | | pagina 14