de afscheidingsbewegingen van
hervormden. Aan wie het ten strengste
verboden was zich te uiten in
geschriften en samenkomsten, laat
staan eigen kerken in beheer te nemen.'
Wanneer liep die relatie
tussen de hoge adel en
Filips II uit de hand?
'Pas echt nadat Filips II in 1559 uit
Brussel verhuisde naar Spanje.
Margaretha van Parma werd door
hem aangesteld als landvoogdes in de
Nederlanden. Zij moest van de koning
vooral Spaanse raadgevers, met
Granvelle, Viglius en Berlaymont
naast zich dulden. De Raad van State
werd daarmee min of meer buitenspel
gezet. Filips ontpopte zich als een
absolute vorst, die zijn eigen inzich
ten erdoor drukte. "Ik ben de wet", zo
laat die houding zich het best om
schrijven. Al riep hij nog wel in 1564
onder druk van de hoge adel en de
landvoogdes zijn rechterhand Gran-
velle terug. Daarmee was hun pleit
echter niet beslecht. Herhaalde
pogingen van onder anderen Willem
van Oranje en Jan IV het beleid in de
Nederlanden in humanitaire zin om
te laten buigen, liepen op niks uit.
Vanuit Segovia eiste de koning
schriftelijk dat zijn maatregelen tegen
protestanten onverkort ten uitvoer
werden gelegd. Zo niet dan dreigde
voor de hoge adel zelfs ontslag uit
de Raad van State.
Die autoritaire opstelling leidde
begin april 1566 tot aanbieding van
een smeekschrift door het Verbond
van Edelen aan Margaretha van
Parma. Met een dringend beroep
op meer godsdiensttolerantie en
opschorting van de maatregelen
(plakkaten) tegen en inquisitie
(vervolging) van hervormers. Zo niet
dan voorzagen de opstellers ervan dat
de bevolking in opstand zou komen.
In de laatste fase van zijn leven
kon Jan IV nog slechts met
behulp van een stok lopen.
Dit gegeven inspireerde
Brigitte Asselbergs, echtgenote
van Nic. Grosfeld, tot de
vervaardiging van dit beeld van
de markies die zoveel betekent
in het leven van haar man.
8
WATERSCHANS Mo.4 DECEMBER 2020