Stervenden werden overgehaald katholiek te worden Bekeringen Rond 1866, ten tijde van een nieuwe cholera-epidemie, werd vanuit protestantse hoek wel geklaagd over de zusters. Zij zouden mensen die in het ABG op sterven lagen, hebben overgehaald katholiek te worden. De regenten stelden een onderzoek in, maar deden de zaak af met de vaststelling dat er geen bewijzen te Interieur van de pensionkamer tweede klasse van ‘t Ketrientje of het Sint-Catharinagesticht in 1910. Los van het ABG Begin 1879 hakten de regenten de knoop door; er moest een nieuw gasthuis komen. Ter financiering van de nieuwbouw sloten zij een lening af van 100.000 gulden. Als locatie werd gekozen voor de Van Dedemstraat op de voormalige vestinggronden van de stad. Daar kon in 1882 het nieuwe gasthuis worden geopend. Het oude gebouw aan de Geweldigerstraat werd voor een bedrag van 20.000 gulden aangekocht door de zusters, die inmiddels bekend stonden onder de naam ‘Vereniging Toevlugt in Lijden’. De zusters wilden er een tehuis voor ouden van dagen in beginnen en tevens een eigen moederhuis in vestigen. Daarmee kreeg de congrega tie een zelfstandige positie, los van het regentencollege van het ABG. vinden waren voor de bekeringen. In 1874 waren er echter opnieuw klachten vanuit de hervormde gemeente en een jaar later somde de kerkenraad nog vier gevallen van bekering op. Het rekest aan de gemeenteraad had nu wel effect. De klachten werden gegrond verklaard en de regenten werden op hun vingers getikt. Voortaan moest de binnenmoe der aan het regentencollege melden wanneer een patiënt tot een andere godsdienst wilde overgaan. Vanaf 1870 werden er diverse plannen gemaakt voor de bouw van een nieuw gasthuis, omdat het bestaande complex niet meer aan de eisen van de tijd voldeed. Aanpassing van het bestaande gasthuis was vanwege de beperkte ruimte niet mogelijk. Bovendien verwachtten de regenten een uitbreiding van de stad en dus een toename van de bevolking als gevolg van de sloop van de vesting werken. De regenten konden echter geen knoop doorhakken. Enerzijds lieten ze bouwtekeningen maken voor nieuwbouw, anderzijds richtten ze zich toch weer op aanpassing van het oude complex. Ze overwogen om de zolder boven de vroegere Waalse kerk op te knappen en voor een bedrag van 1200 gulden de oude keuken uit te breiden. Wrevel De inboedel en de inkomsten van het weeshuis werden voortaan gelijk verdeeld, iets dat op den duur de wrevel wekte bij katholieken. Er waren immers meer katholieke wezen. De protestantse kinderen verhuisden daarna naar een pand aan de Vismarkt op de plaats van de voormalige Jacobskapel dat in 1860 als gecombineerd Bejaardenhuis en Weeshuis voor de diaconie der Nederlands Hervormde Gemeente zou gaan fungeren. De weeshuisfunctie van dat gebouw duurde tot 1906. Het bejaardenhuis werd in 1929 verplaatst naar huize Avondvrede. Toen gingen de gebouwen aan de Vismarkt deel uitmaken van het Sint-Catharinagesticht. De katholie ke kinderen bleven in hun vertrouwde huis aan de Geweldi- gerstraat waar ze vanaf 1858 verzorgd werden door de zusters van de congregatie. Als binnenmoeder werd moeder Philomena aangesteld. Zij zorgde voor de opvoe ding van de meisjes en kreeg hiervoor een vergoeding van 300 gulden per jaar. Voor de jongens was er een binnenva der. Onbekend is wie deze functie bekleedde, maar de binnenmoeder kreeg wel 100 gulden per jaar als vergoeding voor zijn kost. binnenmoeder en een binnenvader, die de zorg hadden voor respectievelijk de weesmeisjes en de weesjongens. In de praktijk bleek een combinatie van katholieke en protestantse opvoeding telkens tot problemen te leiden. De oplossing was een splitsing van het weeshuis in een katholieke en een protestantse instelling. In de jaren daarna bleek het lastig om het weeshuis draaiend te houden. De kosten overstegen de inkomsten, zodat bisschop J.van Hooijdonk het kerkbestuur van Bergen op Zoom voorstelde om een aparte collecte voor het weeshuis te houden. Na aandringen vanuit de katholieken besloot de gemeenteraad in 1872 tot een herverdeling van de inkomsten van het voormalige stads weeshuis over protestanten en katholieken. De laatsten kregen voortaan tweederde deel. Het R.K. Kerkbestuur besloot nu een aparte stichting voor het weeshuis op te richten en langzaam verbeterde de financiële situatie. In 1886 werd het weeshuis ondergebracht in de oude pastorie aan de Blauwehandstraat (’t Swaantje). Een deel van de zusters verhuisde mee. Zij zouden uiteindelijk tot juli 1945 de zorg voor de wezen op zich nemen, zij het met steeds meer reserve. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het weeshuis in de Blauwehandstraat gevorderd, zodat de weeskinderen en hun verzorgsters weer onderdak vonden in het Sint- Catharinagesticht. 10 30 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 31 Het interieur van de kapel. Bron: West-Brabants Archief nr. FHZ 61. Bron: West-Brabants Archief nr. SSIF061. Interieur van de conversatiezaal mannen van ‘t Ketrientje of het Sint-Catharinagesticht in 1910. Bron West-Brabants Archief nr. SSIF066. Interieur van de vrouwenzaal tweede klasse van ’t Ketrientje of het Sint-Catharinagesticht. Bron West Brabants Archief nr. SSIF063 ..ii -Calharina-Sesfichl”, B«rg«n op Zoom, ïf hlaisr. b „St-CalbarïnB-GgsHcbf". Bergen op Zoon--

Periodieken

De Waterschans | 2021 | | pagina 16