binnenstad’ ‘Vooruitgang voor de hele BuurmanJacques Snepvangers (69) blij met nieuwe plan: door Henk Boot Hij woont met zijn echtgenote Marianne sinds 1979 in de Kettingstraat. Het woonstraatje tussen de Blauwehandstraat en de Korenbeursstraat. Haaks op de Pastoor Lancrietstraat. Jacques Snepvangers (69) mag zich dus al meer dan veertig jaar buurman van het Gouvernement noemen. Maar wel een buur achter een metershoge muur. ‘Het achterterrein van het Gouvernement ligt anderhalve meter hoger dan de begane grond van onze woningen.’ Sinds de boel daar in 2015 vrijwel leeg kwam te staan groeien de takken uit de goot. Ook een groot grijs gevaarte op een van de daken loopt in het oog. ‘Dat is de ombouw van de airco van de sportschool die er tot voor kort in zat. Dat ding stond zo te loeien, dat we hebben gevraagd daar iets aan te doen.’ En dat werd dus die spuuglelijke ombouw. Als zoveelste aantasting van het monumentale pand. ‘Ik mag hopen dat ding straks verdwijnt, maar wel zo dat wij geen last hebben van het lawaai.’ Toen Jacques en Marianne, ze trouwden in 1976, verhuis den vanuit een van de Heiningenflats naar hun huidige stek in de binnenstad, zat Defensie nog in het Gouvernement. Met een administratiekantoor van de Genie annex onderhoudswerkplaats voor soms stokoude legervoertuigen, met werkruimtes voor een militaire keuringsarts en een tandarts voor personeel en dienstplichtigen op de kazernes in de regio. ‘Ik kan niet zeggen dat we daar ooit echt last van hadden.’ Meer reuring Na het vertrek van Defensie er in 1991 ontstond er achter de blinde muur bij Snepvangers meer reuring. Bij archeologisch onderzoek in de tuin van het complex en op het achterterrein van het Gouvernement werd in 1993 het pestlijderskerkhof blootgelegd. Een opzienbarende vondst in het hartje van de stad, die veel bekijks trok. ‘Onze Rob en Femke kwamen in een weekend thuis met een rood koffertje vol botjes. Ze hadden daar op het terrein gespeeld. We konden ons hun nieuwsgierigheid wel voorstellen, maar we hebben gezegd dat het niet de bedoeling was dat ze daarmee gingen lopen.’ Medio jaren negentig kreeg Snepvangers nieuwe achterburen. Een destijds op papier veelbelovend overdekt winkelcentrum bleek in de praktijk amper levensvatbaar. Op het met beton opgehoogde terrein achter zijn eigen perceel kwam een parkeerterrein voor personeel van de winkelgalerij. ‘Eigenlijk hebben we er nooit gesodemieter gehad, maar ook geen profijt.’ Even was er nog sprake van een doorsteek naast Snepvangers’ woning. Bedoeld voor winkelend publiek dat vanaf het parkeerterrein aan de Korenmarkt lopend via de Pastoor Lancrietstraat direct op het plein voor het Gouvernement kon komen. ‘Maar dat plan werd door de gemeente afgeblazen.’ De komst van het restaurant en de brasserie in het Gouvernement plus de zeventien appartementen daarboven beschouwt Snepvangers als een vooruitgang voor de gehele binnenstad. ‘Een deus ex machina. Niet alleen dat monumentale pand krijgt een nieuw leven, ook deze hoek van de binnenstad ter hoogte van de Wouwsestraat en het Zuivelplein krijgt een forse impuls.’ Als coördinator van het 24-koppige Buurtpreventieteam in de binnenstad gaat hem de leefbaarheid van het stadshart aan het hart. ‘Enne ...voor mezelf komt het ook goed uit. Nu moet ik nog 360 meter lopen naar de Grote Markt. Straks nog maar 160 naar het Gouvernementsplein’, lacht de levensgenieter uit de Kettingstraat. 12 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 13

Periodieken

De Waterschans | 2021 | | pagina 7