trap is helaas gesneuveld’ plein verdient meer liefde’ ‘De karakteristieke ‘Gouvernements Oud-kazernecommandant Frans van de Putte (87): Binnenstadsondernemer Kiona Malinka (36): door Henk Boot door Henk Boot van de stad genoemd, maar dit plein tussen dat prachtige pand en de dikke boom ligt hier heerlijk in de luwte van het winkelhart.’ Pogingen van Kiona en de SNS-bank aan de overkant van het plein om het afgaand tij te keren, haalden niets uit. ‘Het was toen de militairen nog in het complex zaten, een soort park, keurig onderhouden met een hek eromheen.’ Met de komst van de winkelgalerij verdween de omheining. Zo ontstond voor het Gouvernement een plein. ‘Je zou het bijvoorbeeld echt als een kinderspeelplaats kunnen inrichten. Helaas, dat is niet gelukt.’ Nu dienen zich nieuwe kansen aan. Met de plannen van Marcel Simons voor een restaurant op de begane grond in het Gouvernement. Met daarbij 17 appartementen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het complex en het plein zo weer tot leven komen. Dat straalt ongetwijfeld ook af op de omgeving.’ Of Kiona en Coen dat zelf van zeer nabij meemaken is nog de vraag. Ze hebben serieuze plannen om hun ijssalon te verkassen. Naar het pand van D-reizen aan de Zuivelstraat. Vijftig meter verderop richting Grote Markt. ‘We zitten dan met onze salon aan het Zuivelplein. Daar hebben we meer ruimte voor onze ijsproductie. Het publiek kan daar met eigen ogen zien hoe we ons ijs bereiden.’ En ja, ook dit kleinere pleintje, dat als trait-d’union tussen de Zuivelstraat en de Wouwsestraat ligt, heeft zijn eigen charme. Niet eerder in zijn loopbaan bij Defensie had toenmalig majoor Frans van de Putte, 87 nu, zo’n ruime werkkamer. Eerder diende hij het land onder meer in Den Haag, op de Veluwe en op de NAVO-basis in het Duitse Schöppingen. Maar dit kantoor in de Markiezenstad spande de kroon. Vanuit zijn bureau op de eerste etage van het militair hospitaal keek hij tussen 1973 en 1976 bovendien uit op de dikke boom. De nu bijna anderhalve eeuw oude plataan in de hoek van statige binnentuin van het Gouvernementcom- plex was toen al flink uit de kluiten gewassen, maar nog niet zo gigantisch als nu. ‘Vanuit mijn kamer kon ik zo door de Zuivelstraat tot aan de Grote Markt kijken.’ Voor de hoofdingang lag een tuin. ‘Met een goed onder houden gazon, dat door een hekwerk werd gescheiden van de Wouwsestraat en Blauwe Handstraat.’ Van de Putte was toen de aangewezen kazernecommandant van het militair hospitaal. In die hoedanigheid was hij aanspreekbaar voor het beheer van het gebouw, dat alleen tijdens de kantoor uren open was. ‘Er werkten daar hooguit twintig mensen van diverse defensieonderdelen.’ Naast een handjevol technische medewerkers van de Genie, zaten er een kleine militaire geneeskundige dienst, een paar mensen van de Koninklijke Marechaussee die het eigen wagenpark onderhielden en Van de Puttes financiële afdeling. ‘Een gezellige club van een man of twaalf, militairen en burgers, met veel echte Bergenaren die me tijdens de informele koffie-uurtjes van alles en nog over Bergen op Zoom wisten te vertellen.’ Van de Puttes officiële functie was korpsadministrateur voor de regio West-Brabant (zonder Breda) en Zeeland. Belast met de financiële gang van zaken zoals betalingen, maar ook de voeding voor de militairen op de kazernes in dat gebied en munitie, materieel en kleding in de mobilisatieopslagplaatsen (mob’s). Al ruim 66 jaar. Zolang zijn de ijsmakers van Crusio en het Gouvernement elkaars overburen. Op de eerste dag van het jaar 1955 opende Willem Crusio in de Wouwsestraat een snoepwinkeltje. Schuin tegenover het voormalig Militair Hospitaal. Op nummer 10. In één van de drukste winkel straten van de stad. Crusio’s echtgenote verkocht er ook ijs. Nu zwaait nazaat Coen daar de scepter. In IJssalon Crusio annex Crusio Thee. Samen met zijn levenspartner Kiona Malinka (36). Kiona is theesommelier. En niet zomaar eentje. In liefst veertig sterrenzaken, verspreid over elf landen, worden haar theeën geserveerd. ‘Toen eind 1993 het winkelcentrum tegenover ons in het Gouvernement openging, trok dat meteen publiek. Ook wij als ijsmakers plukten daar de vruchten van. Steeds meer mensen wilden ons ambachtelijk gemaakt ijs proeven’, weet Kiona. Ook de fonteintjes op het Gouvernementsplein werkten daarbij ’s zomers als een magneet. Vooral op kinderen. Terwijl pa en ma in de rij stonden voor een hoorntje, bond hun kroost de strijd aan met het telkens onverwacht opspuitende water. Naarmate de jaren verstreken, vertrok de ene na de andere ondernemer uit het Gouvernement. ‘Die leegloop had ook gevolgen voor de levendigheid op het plein hier tegenover ons. Dat gold ook voor de fonteintjes. Elk plein heeft liefde nodig en dat is niet altijd in overvloede gegeven.’ Voor Kiona is het Gouvernementsplein een locatie met potentie. ‘De Grote Markt wordt weleens het kloppend hart ‘Het was een functie met veel vrijheid. Ook al waren ze hoger in rang, de kazernecommandanten in Bergen op Zoom, Roosendaal, Middelburg en van de legerplaats Ossendrecht hadden geen zeggenschap over mijn financiële werkzaamheden.’ Van de Putte en zijn collega’s moesten zich rechtstreeks verantwoorden bij de afdeling Comptabiliteit van het ministerie van Defensie in Den Haag. Stukje bij beetje trok Defensie zich terug uit het militair hospitaal. De laatste medewerkers daar verkasten in 1991 naar de Cort Heyligerskazerne in de stad. ‘Als het aan de commandant van die kazerne, een luitenant-kolonel, had gelegen, was dat veel eerder gebeurd. Dat heb ik destijds als majoor tegen kunnen houden ook.’ Bij de herinrichting van het militair hospitaal tot winkelcentrum in 1993 verdween niet alleen het hekwerk. De fraaie tuin versteende tot een openbaar toegankelijk plein. ‘De plataan is gelukkig wel blijven staan.’ Aan de binnenkant werd het complex nog veel grondiger aange pakt. Zo sneuvelde tot verdriet van Van de Putte onder meer de karakteristieke eikenhouten trap achter de hoofdingang. ‘Daarlangs liep ik altijd naar mijn kantoor boven.’ Al pratend herinnert Van de Putte zich dat de gebruikers van het pand destijds enkel met hulp van een telefoniste naar buiten konden bellen. ‘Het was daar nog een beetje primitief met zo’n ouderwetse draaitelefoon. Ze verbond je dan door via wat pennen in een paneel.’ Ook het zaaltje op de eerste verdieping staat nog in zijn geheugen gegrift. ‘Dat deed dienst als kantine en werd voor personeelsbijeenkomsten gebruikt. Met Vastenavend keken we daar naar de optocht die langs de Wouwsestraat richting de Grote Markt trok.’ Overigens: het woon- en leefklimaat in deze stad beviel Van de Putte zo goed, dat hij, zijn toenmalige echtgenote en zijn jongste zoon er nog steeds wonen. s 14 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 WATERSCHANS No.3 SEPTEMBER 2021 15 'O)

Periodieken

De Waterschans | 2021 | | pagina 8