OPERATIE IN STILTE EINDIGT MET EERHERSTEL VAN IMMENS KASTEEL VAN WOUW t l r- door Jan van de Kasteele een Vrijwilligers krioelen als ijverige mieren over het modderige terrein Een van de grootste opgravingen ooit in West-Brabant is zo goed als gereed. Jarenlang is eraan gewerkt. In het geheim, om nieuwsgierige schatzoekers geen kans te geven. Nu is het tijd voor eerherstel voor een kasteel dat hoorde tot de grootste van De Nederlanden, misschien zelfs van Europa. Het kasteel van Wouw, nauw verbonden met de heren van Bergen op Zoom. Ze vertoefden er vaker dan in hun stad. het terrein op. Afgelopen zomer. En recent, tijdens kille novemberdag. En we zijn er niet alleen. Elke zaterdag zijn vrijwilligers van de Stichting Kasteel van Wouw al jaren aan het werk op de site. Doordeweeks is de laatste maanden aannemer Bartels druk om grachten en wallen terug in het landschap te zetten. Voor wie een goed beeld wil hebben: zoals jaren terug Fort de Roovere herrees. Maar dan veel groter. Deze maand, december, zit dat werk als alles meezit er op. Vanaf de Waterstraat, de weg van de Hazelaar naar Wouw, duikt aan de linkerkant het kasteel nu ineens op. Jarenlang was er amper iets te zien. Nu de wallen op hoogte komen is duidelijk hoe groot dat fameuze kasteel moet zijn geweest. Liefst vier meter gaan de wallen de hoogte in. Gemeten vanaf de terre, het binnenterrein. ‘Vanaf het water van de gracht is het zeker zes meter’, lacht René Hermans. Het is groots. In alle opzichten. Maar dat weet je pas als je er rondloopt. Met René Hermans, man van het eerste uur, als gids. Het kasteel van Wouw. Tot nu toe een vergeten en onbekende plek. ‘Niets doet vermoeden dat er hier ooit een van de grootste kastelen van de Nederlanden heeft gestaan, de woning van de heren en markiezen van Bergen op Zoom. Inwoners van Wouw kennen de plek, maar die van Roosen daal en Bergen op Zoom hebben er amper van gehoord.’ Zo begint de archeoloog Marco Vermunt zijn relaas over de opgravingen op de Kasteelweide, zoals de plek de jongste jaren heette, in de bijdrage die hij schreef in het recent verschenen boek over Willem van Ham. Vermunt is als vakman nauw bij het project betrokken. ‘De mensen in Wouw beginnen er nu trots op te worden. Zelfs degenen die er kritisch tegenover stonden’, vertelt mijn rondleider Hermans. Twee keer mocht ik met hem Die grachten zelf zijn immens breed. Wel tot ruim veertig meter op sommige plekken. De regen die de voorbije maanden overvloedig viel, vulde de grachten al eerder met water dan de bedoeling was. Maar daarmee werd eens te meer duidelijk hoe enorm ze zijn. En hoe verstopt ze eeuwen onder de graszoden lagen, waardoor niemand er meer weet van had. Felgekleurd In de verte op deze historische plek vrijwilligers die met hun felgekleurde hesjes duidelijk herkenbaar zijn. Hier wordt nog altijd gewerkt. ‘We hebben 24 vrijwilligers. Die zijn er zaterdag bijna allemaal’, schetst Hermans het enthousi asme. Maar ook als ik er op woensdag ben, krioelen ze als ijverige mieren over het modderige terrein. Die grachten mogen we nu weer zien. Maar veel van wat de voorbije jaren aan fundamenten is tevoorschijn gekomen is opnieuw afgedekt. En dat blijft zo. Om te conserveren. Blootstelling leidt al snel tot verval. Maar dat afdekken gebeurde pas nadat uiteraard eerst alles zorgvuldig was vastgelegd. Op het binnenterrein is op sommige plekken de grond verhoogd. Om gebouwen die er stonden te markeren. En daar blijft het bij. Henri Mastboom ‘In de jaren dertig tijdens de Depressie zijn er werklozen aan het werk gezet. De boer van wie de grond was wilde van dat puin af’. Om er een akker van te maken. Ze vernielden veel. Maar lang niet alles. De eeuwenoude immense funderingen bleken goed bestand tegen het povere gereedschap van die tijd. En toeval of niet: Henri Mastboom, de bekende burgemeesterszoon uit Oud Gastel, bezocht de plek. En wist al snel: dit is zo bijzonder, dit mag niet vernield.’ ‘Hij schakelde de voorloper van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in. Er zijn destijds vijftien foto’s gemaakt van de werkzaamheden.’ Het was ondoenlijk om de funderingen te slopen, bleek al snel. ‘Ik heb in 1980 de Wat bezoekers zoals ik wel zien: de fundering van de vier hoektorens die er ooit stonden. Massieve Gobertange. En baksteen. Tot 3,5 meter breed waren de muren. René Hermans begint onze toer met uitleg bij de bouwkeet. Foto’s, tekeningen, schilderijen. Een voor een haalt hij ze tevoorschijn. En vertelt zijn bijzondere verhaal. Hoe eeuwenlang een handjevol mensen wel wist dat hier ooit een kasteel stond. Maar dat amper iemand dat blijkbaar interesseerde. 32 WATERSCHANS No.4 DECEMBER 2021 WATERSCHANS No.4 DECEMBER 2021 33

Periodieken

De Waterschans | 2021 | | pagina 17