BIOGRAFISCH OVERZICHT:
Rode mantel,
zwarte hoed:
is die man
Houckgeest zelf?
Zijn schilderijen
Er is helaas slecht een klein oeuvre
van Houckgeest bewaard gebleven;
er zijn er amper dertig bekend, in
collecties verspreid over de hele
wereld. Men kan ze bewonderen in
musea in Sint Petersburg, Hamburg,
Deze functiewijziging kreeg een
steuntje in de rug door de schenking
van de Michaelis-collectie in 1914.
Kaapstad, Kopenhagen, Stockholm,
Amsterdam, Den Haag, Delft en tal
van privécollecties. Helaas niet in
Bergen op Zoom.
Niet alle schilderijen zijn gesigneerd
en gedateerd. Er zijn er negentien
gedateerd en daarvan zijn er zestien
gemaakt in de periode dat hij in
Steenbergen en Bergen op Zoom
woonde. In de literatuur wordt zijn
werk vooral geroemd vanwege zijn
perspectieven, waarbij hij steeds
vanuit een bijzonder standpunt een
opvallende doorkijk schilderde. Hij
week daarmee sterk af van de tradities
van de architectuurschilders in de
eerste helft van de zeventiende eeuw.
Met deze bijzondere manier van
kijken en weergeven begon hij in 1648.
Het West-Brabantse land heeft hem
kennelijk goed gedaan: de kwaliteit
van het werk ging met sprongen
vooruit.
Van zijn hand zijn twee interieurs
van de Sint-Gertrudiskerk bewaard
gebleven: in Kaapstad en in
Kopenhagen.
In Kaapstad (Zuid-Afrika) wilde ik
in november 2018 het museum in het
oude stadhuis bezoeken om dat fraaie
doek te bewonderen. Al eerder is er in
dit tijdschrift over dit schilderij en de
geschiedenis ervan geschreven, onder
andere door Wim van Riemsdijk en
Ben Daeter.16 Dit interieur hing in het
oude stadhuis van Kaapstad, dat al
sinds 1913 als museum in gebruik is.
Helaas was bij mijn bezoek het
stadhuis in restauratie en dat is het
volgens de website van het museum
op dit moment nog steeds.
Ik heb het schilderij niet in het echt
kunnen bewonderen omdat men
bezig was met het fotograferen van
de Michaelis-collectie, waarvan het
doek van Houckgeest deel uitmaakt.
Het oude stadhuis is gebouwd in
1755 en deed enige tijd dienst als
‘Burgher Watch House’, voor de
burgerwacht dus. Vanaf het begin
van de 19e eeuw vergaderde er de
Burgher Senate en het pand kreeg
daarmee de functie van stadhuis. Dat
bleef zo in gebruik tot 1905, waarna
het de functie van Art Gallery kreeg.
Doorkijkje
Hoe kwam Max Michaelis aan dit
schilderij? Het doek van Houckgeest
zat in een particuliere collectie in
Engeland waar het in 1911 is verkocht
aan Sir Hugh Lane. Deze kunstverza
melaar verkocht een deel van zijn
collectie Hollandse en Vlaamse
meesters aan Max Michaelis, die deze
collectie aanbood aan de Zuid-Afri-
kaanse regering op voorwaarde dat die
in een museum zou worden getoond.17
Het schilderij van het interieur van
de Sint-Gertrudiskerk toont een
doorkijkje vanuit de zuidelijke zijbeuk
in de richting van het koor. Het is
gesigneerd met het monogram
G.H. en gedateerd 1656. Bij een
restauratie van het doek in 1982 kwam
een poepend hondje tevoorschijn.
Dat was waarschijnlijk in de 19e eeuw
bij een restauratie overgeschilderd.
De toenmalige eigenaar zal daar zijn
neus voor hebben opgehaald. Hondjes
zijn op veel meer schilderijen van
kerkinterieurs te zien en niet alleen
bij Houckgeest. Dat ze vrij in en uit
konden lopen, zorgde wel voor
overlast waartegen het stadsbestuur
maatregelen nam: er werd een
hondenslager aangesteld die de
beesten de kerk uit joeg.
laat hij de voorwaarden opstellen
waaronder het huis in de Damstraat
kan worden verkocht. Op 20 mei 1650
wordt het daadwerkelijk verkocht aan
Pieter Symonsz Steenback.11 Er is
overigens nog een jaar lang kwestie
over de betaling van een deel van de
koopsom.
Als Houckgeest inderdaad in het
huis in de Damstraat heeft gewoond,
moest hij dus in 1650 verhuizen,
mogelijk naar het huis in de Blauwe-
handstraat. Dat hij daar woonde,
komt ook ter sprake in enkele akten
uit februari 1654. Er was toen een
ruzie tussen Martijne, de dienstbode
van Gerard Houckgeest, en Janneke
Ralle, het buurmeisje. De ruzie ging
over het vegen van de stoep in de
Blauwehandstraat en leverde een
interessante scheldpartij op. Enkele
dagen later werd de vrede getekend
waarbij Gerard Houckgeest verklaarde
dat zij altijd goede buren zijn geweest
en dat dit zo moest blijven. Zo’n
uitspraak wijst erop dat de families
Ralle en Houckgeest al langere tijd
naast elkaar woonden. Dat kan
kloppen als Houckgeest in de loop
van 1650 naar hier is verhuisd.12
Op 6 maart 1654 kocht hij het huis
De Grote Valck (Grote Markt 26). Daar
heeft hij gewoond en gewerkt tot aan
zijn overlijden op 20 augustus 1661.13
Zijn weduwe Helena van Cromstrijen
bleef in dit huis wonen tot haar
overlijden op 18 mei 1667. Gerard
kocht op 8 december 1656 ook nog
het huis het Hof van Lier in de
Kerkstraat.14 Het pand De Grote Valck
bleef nog lang in bezit van de familie
Houckgeest. In het eerder genoemde
artikel van Rochus van den Bergh staat
een overzicht van het omvangrijke
bezit van Gerard Houckgeest en
Helena van Cromstrijen. Ze hadden
een zeer groot vermogen.15
Twee keer zo groot
Een jaar eerder had Houckgeest al een
ander schilderij met het interieur van
de Sint-Gertrudiskerk gemaakt. Wie
daarvoor de opdrachtgever was, is
niet meer te achterhalen, maar het
was al in 1690 in het
bezit van de Deense
koning. Het fraaie
schilderij bevindt
zich thans in de
collectie van het
Statens Museum for
Kunst in Kopenhagen.
Het geeft een mooi
beeld van het koor en
het transept van de
kerk vanuit de zuidelijke zijbeuk. We
zien voor een deel dezelfde hoek van
de kerk en hetzelfde kerkmeubilair
als op het schilderij in Kaapstad is
afgebeeld. Ook hier een paar spelende
hondjes in de kerk. Ook dit werk is
gesigneerd met het monogram G.H.
en het jaartal 1655.
Het schilderij in Kopenhagen is wel
twee keer zo groot als dat in Kaapstad.
De opdrachtgever zal er zeker veel
meer voor hebben betaald. Wat in dit
schilderij opvalt is de man in de rode
mantel rechts. Zo op het eerste
gezicht niets bijzon
ders, maar door de
felle kleur van de
mantel valt hij op. De
kunstrecensent van
de Volkskrant, Stefan
Kuiper, schreef over
de man met de rode
cape die op de nieuwe
aanwinst van het
Prinsenhof in Delft
voorkomt. Die man komt bij Houck-
geest op nog zes andere schilderijen
voor. Grote rode mantel, zwarte hoed,
forse bos met krullen en bruine
laarzen. Is het steeds dezelfde man?
Is het soms Houckgeest zelf, alsof hij
wil zeggen: dit is naar de werkelijk
heid geschilderd, ik was er zelf bij.18
SIR MAX MICHAELIS
42
WATERSCHANS No.4
DECEMBER 2021
WATERSCHANS No.4
DECEMBER 2021
43
4
5
6
7
8
c.1600 geboren in of omgeving Den Haag
1625 lid Sint-Lucasgilde Den Haag
c. 1635 verhuisd naar Delft
1639 lid van het Sint-Lucasgilde in Delft
1648 verhuisd naar Steenbergen
1650 verhuisd naar Bergen op Zoom
1661 overleden
Man met rode mantel, detail van het doek
in Kopenhagen.
De Michaelis-collectie is genoemd
naar Sir Max Michaelis, die een
vermogen had opgebouwd in de
diamantindustrie in Zuid-Afrika.
Michaelis (1852-1932) was
geboren in Eisfeld (Duitsland);
hij vestigde zich in 1876 in
Zuid-Afrika waar hij een belang
rijke rol speelde in de ontwikke
ling van de diamantmijnen.
Van 1896-1919 woonde hij in
Londen, daarna in Kaapstad. Hij
overleed in Zurich in 1932.
NOTEN
1 Rochus van den Bergh, ‘Miscellanea Archivistica IX, Gerard Houckgeest, schilder en etser ±1600-1661,
in De Waterschans nr 2 1995, blz 43- 48.
2 Edwin Buijsen, Charles Dumas, Haagse schilders in de Gouden Eeuw 1600-1700, Den Haag 1998, p. 317.
3 J. De Jonge, Genealogie van Oth (otto) Gerrtisz Houckgeest, Bergen op Zoom 1995.
S.A.Delft, register haardstedengeld 1638, fol. 230.
Kon. Bibliotheek Den Haag, meesterboek van het Sint-Lucasgilde Delft, inschrijving 1639.
Achter de gevels van Delft, Koornmarkt 8: zie www.achterdegevelsvandelft.nl
J.M.G.Leune, De stadselite van Steenbergen 1590-1795, Hoofddorp 2020, p.152.
WBA, Rechterlijk Archief Steenbergen, inv, nr 771
9 Prof. John M.Montis, Artists and Artisans in Delft, Princeton University Press 1982, p. 103.
10 WBA, NA 103, akte 64, 3 oktober 1653.
11 WBA, RA Steenbergen, inv.nr. 723.
12 WBA, NA 135, akten 120 d.d. 11 februari 1654 en nummer 124, d.d. 20 februari 1654.
13 WBA, SA 5064, fol. 60 d.d. 6 maart 1654.
14 WBA, SA 5064, fol. 204 d.d. 8 december 1656.
15 Rochus van den Bergh, Waterschans 2 1995, p. 47.
16 Ben Daeter, ‘Een beroemde Bergse schilder’ in: De Waterschans 2-2004, p. 62; W. van Riemsdijk, ‘Bergs
schilderij in Kaapstad weer compleet’ in: De Waterschans 3-1995, p. 105 en ‘Nogmaals het poepende
hondje in de Bergse Gertrudiskerk’ in: De Waterschans 2-1998, p. 59-61.
17 Hans Fransen (red.), Michaelis Collection, the Old Town House Cape Town, Zwolle 1996, p. 32-33.
18 De Volkskrant 8 oktober 2021.