vergeten verzetsstrijder uit Halsteren Jos Testers, door Marianne de Hoogh-Andriessen Marianne de Hoogh doet veel onderzoek naar persoonlijke verhalen uit de Tweede Wereld oorlog en publiceert hierover regelmatig in de Waterschans. Ze doet onder meer onderzoek naar mensen die met hulp van het verzet naar Spanje of Zwitserland probeerden te vluchten. In bronnen over het Franse verzet kwam ze de naam tegen van de in Halsteren geboren Jos Testers, die zijn verzetsactiviteiten in Zuid-Frankrijk moest bekopen met de dood in concentratiekamp Buchenwald. Dit wekte haar verbazing, omdat hij in zijn geboorte plaats niet wordt herdacht en zelfs nergens wordt vermeld. Ze ging op zoek naar het verhaal achter deze vergeten verzetsstrijder. Een hogelijk prijzend oordeel is het enigejuiste Vlucht naar Zuid-Frankrijk Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vinden we Jos Testers terug in het zuiden van Frankrijk. Het noorden en de Atlantische kust waren volledig door de Duitsers bezet. De rest van het grondgebied, met inbegrip van de koloniën, werd door de Franse regering bestuurd. De regering-Pétain vestigde zich in het kuuroord Vichy, niet ver van de demarcatielijn met de door de Duitsers bezette zone. Dat deze regering volop collaboreerde met de Duitsers moge duidelijk zijn, maar toch was het door de redelijke zelf- standigheid een vrij veilig vluchtoord. Vluchtelingen met de niet-Franse nationaliteit werden door de autoritei ten opgespoord en gedwongen gehuisvest in specifiek aangewezen locaties, onder andere op het schip de Massilia in de haven van Marseille, waar ze onder erbarmelijke omstan digheden in strenge bewaking werden gehouden. Na medische goedkeuring werden de mannen op het schip vervolgens naar werkkampen uitge zonden. De Franse autoriteiten noemden gebrek aan arbeidskrachten op het platteland en voedselschaarste als argumenten voor dit beleid. Onder de vluchtelingen die vanaf de Massilia naar de werkkampen werden gezonden, bevond zich ook Jos Testers. Met twee andere Neder landers was hij in het arbeiderskamp in Aubagne vlakbij Marseille terecht gekomen, waar ze zware, lange dagen in de brandende zon maakten bij de wegenbouw. Toen dit consul-generaal Sevenster ter ore kwam, werd vanuit het Office Néerlandais te Marseille actie ondernomen om hen vrij te krijgen. Dit lukte uiteindelijk, waarna Jos samen met Anthonius Aarts door Sevenster in dienst werd genomen. Hun verblijf werd gelegaliseerd en ze kregen een verblijfsvergunning.7 Sevenster kon de hulp van Jos goed gebruiken en vertrouwde hem de dagelijkse leiding toe van een Nederlands opvanghuis voor vluchte lingen in Lafourgouette bij Toulouse. In Frankrijk zat men in het zuiden namelijk met een enorme toestroom van vluchtelingen. Men probeerde dit overzichtelijk te houden door ze in vaste regio’s te concentreren. De Nederlandse vluchtelingen kregen de omgeving van Toulouse aangewezen als tijdelijk toevluchts oord, in afwachting van verdere evacuatie dan wel repatriëring. Voor hun opvang moest ter plaatse een organisatie worden opgezet. landbouwconsulent en handelsraad; vanaf 1921 werkte hij in Parijs. De functie van consul-generaal bekleedde hij sinds 1939.5 De woonplaats van Jos werd later Roissy-en-France, vlakbij de huidige luchthaven Parijs-Charles de Gaulle, maar ook niet ver van de familievilla in Le Thillay.6 vertrok hij dan ook voor zijn studie aan het gymnasium naar ‘Het Heerenschool’ van de paters Jezuïeten in Katwijk aan de Rijn, officieel het St.-Willibrordus College geheten. Dit was een kostschool voor jongens van de gegoede stand. Zo is het bekend dat op deze school eind negen tiende eeuw al cricket werd gespeeld.2 Op 5 september 1921 kwam hij weer in Halsteren wonen. Vervolgens vertrok hij op 13 februari 1923 naar Amsterdam waar hij rechten ging studeren en zijn intrek nam op Keizersgracht 766. Hij keerde op 20 april 1925 terug naar Halsteren. Daarna studeerde hij nog aan de universiteit van Nijmegen.3 Fruitteler in Frankrijk In juni 1938 vertrok hij naar Le Thillay, 13 kilometer ten noordoosten van Parijs.4 Daar hadden zijn oudere broer en schoonzus, het echtpaar Testers- de Meulemeester uit de Steenberg- sestraat in Bergen op Zoom, een buitenver blijf. Op deze Franse villa stond met grote letters Mille periculis supersum (duizend gevaren kom ik te boven), de spreuk die ook het stadhuis van Bergen op Zoom siert. Jos werd er directeur van een fruitteeltbedrijf, dat waarschijnlijk ook tot de familie- bezittingen behoorde. Daar maakte hij beroepshalve kennis met de consul-generaal dr. ir. A. Sevenster. Die zat al langer in Frankrijk, eerst als Notabele familie Josephus Testers werd in Halsteren geboren op 16 mei 1903 in een familie die behoorde tot de notabelen van het dorp. Zijn grootvader was Adriaan (Adrianus Hubertus) Testers. Hij was er burgemeester van 1847 tot 1895. Buiten veel grond bezat de familie nog fruitteeltbedrijven te ’s-Gravenpolder, Rilland, Putte en in Frankrijk. De vader van Jos was Laurentius Petrus Testers die getrouwd was met Cornelia Johanna Maria Luijkx. Jos had drie oudere zussen Maria, Anna en Henrica en één oudere broer Adrianus en nog één jongere broer Maximiliaan. Toen Jos veertien jaar was, overleed zijn moeder. Vader Laurent was jarenlang wethouder en raadslid in Halsteren.1 Dat Jos een gedegen opleiding moest krijgen was duidelijk en op 23 juli 1913 1 .0 'Z i 1 3 50 WATERSCHANS No.4 DECEMBER 2021 WATERSCHANS No.4 DECEMBER 2021 51 1 Josephus Cornelius Alphonsus Testers. 1: Kinderfoto van Josephus Testers. 2: de kinderen Testers. 3: Jos Testers met de bokkenwagen. 4: Jos Testers als student. 5: Jos Testers als student in Amsterdam in 1928. Collectie Laurent Testers. 2 4 5 I /OH

Periodieken

De Waterschans | 2021 | | pagina 26